Economie

Schuiling, Oosterhaven en Migchelbrink in debat over Melkertbanen

In het Noorden, en in Groningen in het bijzonder, is een discussie op gang gekomen over het nut van de Melkertbanen. Daarbij vinden hoogleraar Oosterhaven en NOM-directeur Migchelbrink dat er een termijn moet komen aan de regeling. Wethouder Koen Schuiling (VVD) is in de bres gesprongen voor het behoud van de huidige regeling.


Leestijd: 2 minuten

De doorstroming in de Melkertbanen is ver onder de maat. Deze banen worden als semi-permanente oplossing voor de werkloosheid in het noorden gebruikt. In de toekomst dienen Melkertbanen uitsluitend een tijdelijk karakter te krijgen als opstap naar reguliere banen.Dat stelt de Groningse hoogleraar ruimtelijke economie dr. J. Oosterhaven in een advies aan de Sociaal Economische Adviesraad Noord-Nederland. Dat is een organisatie die de noordelijke provincies adviseert in het economisch beleid. De noordelijke provincies hebben onlangs laten weten bevreesd te zijn voor het verlies van Melkert-banen. Groningen, Friesland en Drenthe hebben met 13.000 relatief zeer veel Melkert-banen.Ook directeur F. Migchelbrink van de Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij (NOM) vindt de huidige regeling voor Melkertbanen niet geschikt voor de verdere ontwikkeling van de noordelijke economie. ‘Er moet een einde komen aan de periode dat mensen in een Melkert-baan zitten. Het lijkt heel sociaal om mensen in te zetten in een Melkert-baan, maar als dat leidt tot niets, of zelfs tot ontslag van mensen met een betaalde baan die worden vervangen door mensen met een Melkert-baan, dan schiet je daar niets mee op’. Volgens de NOM kunnen de Melkert-banen wel blijven, maar er moet meer doorstroming van mensen in die regeling komen.De Groningse VVD wethouder voor economische zaken Koen Schuiling vindt dat de Melkert-banen in huidige vorm behouden moeten worden. ‘Ik vind de opvatting dat er een termijn aan de regeling moet komen te star. Dat miskent het feit dat de Melkertbanen zeer grote voordelen hebben’, aldus Schuiling. Volgens hem is een Melkert-baan voor een groot deel van de gebruikers het maximaal haalbare. ‘De regeling is voor een hele grote groep een goede manier om actief te zijn. Als je een termijn stelt aan de duur van de regeling dan vallen veel deelnemers gewoon terug op de bijstand. Dan zijn we geen meter opgeschoten en zijn we veel deskundigheid kwijt. Over vijf jaar komt er dan weer een plan om veel van die mensen conciërge te maken, en kunnen we weer overnieuw beginnen’.