Ice ice baby: Hollander IJs leeft al ruim 100 jaar van de zomer
Vanille, aardbei, boerenjongens, maar tegenwoordig ook de smaken Oreo en Dubai. Grote kans dat je wel eens een ijsje hebt gehaald bij Hollander IJs. De kraampjes aan de Vismarkt, bij de ingang van het Stadspark en in de Herestraat zijn ‘s zomers niet weg te denken uit het straatbeeld van Groningen.
Hollander IJs bestaat al meer dan 100 jaar: rond 1910 begon de heer Hollander met het maken van ambachtelijk schepijs. In 1936 werd het officieel: toen werd het bedrijf ingeschreven bij de KvK. Reinoud Onnes, de huidige eigenaar, begon 31 jaar geleden bij de ijskraam, en nam het bedrijf 16 jaar geleden over.
Het bedrijf heeft inmiddels drie kramen met vaste standplaatsen, of eigenlijk vier als je die op de Grote Markt meetelt, alleen wordt die laatste door iemand anders gerund via een franchisecontract. En dan is er nog een rondreizende ijskar, speciaal voor evenementen.
Zodra de lente zich aandient, haalt Onnes de ijskarren van stal: van 1 maart tot 31 oktober staan ze op hun vaste standplaatsen in de stad. Een echte zomeronderneming dus. Vooral in juni, juli en augustus is het druk. In het zomerseizoen moet het bedrijf genoeg omzet maken om de wintermaanden te kunnen overbruggen. Maar daar hebben ze eigenlijk nooit problemen mee. “In zo’n centrum als Groningen draaien we eigenlijk altijd een redelijk stabiele omzet.”
Zelf staat Onnes ook nog dagelijks ijsjes te scheppen bij de kraam aan de Vismarkt. Niet met een nieuwerwetse ijsbolknijper, maar zoals vanouds, met een schep. Na al die jaren neemt Onnes nog elke dag een lepeltje ijs. Zijn favoriete smaak? Mango. Ook lekker: Boerenjongens: roomijs met brandewijn en rozijnen. “Vooral de oudere generatie komt daar speciaal voor naar ons.” Voor de jongere klanten zijn er hippe smaken als Oreokoekjes, en Dubai (met pistache en chocolade). “Het is fantastisch leuk werk, altijd een hoop gekkigheid in de stad, en leuke praatjes met de klanten.”
’s Zomers 80 uur in de week, dan vier maanden vrij
Tijdens zonnige, warme zomerdagen wijkt zo’n beetje de halve stad uit naar de Hoornse Plas. En voor veel mensen hoort daar een ijsje, koud colaatje of patatje bij. Dat betekent drukte bij de Kiosk Hoornseplas. “In zonnige weekenden komen er duizenden mensen bij ons.”
De Hoornseplas is ontstaan als zandafgraving tussen 1971 en 1973. Het is een van de populairste zwemplekken van de gemeente Groningen (en deels de gemeente Tynaarlo). In 2012 en 2013 is de Hoornseplas flink aangepakt. Er kwamen nieuwe strandjes, en ook de kiosk, een stenen gebouwtje tussen de bomen, werd toen gebouwd.
Dit was ook het moment dat Sytze de Vegt eigenaar werd. Ervaring in de horeca hij al: hij had hiervoor 11 jaar lang een snackbar in de Oude Ebbingestraat. “Toen ik gevraagd werd voor de kiosk, hoefde ik er geen seconde over na te denken.” Hij bemant de kiosk samen met zijn familie, onder wie zijn kinderen.
Mensen komen er voor softijs, patat, bier, frisdrank, snacks en koffie. En soms ook om een fietspomp te lenen of een pleister te vragen, want die service biedt De Vegt ook. “Sommige mensen denken dat ik ook fietsenmaker ben, of willen dat ik pleisters plak. Maar daar heb ik het te druk voor, hoor”, lacht hij. “Tijdens zonnige weekenden komen er duizenden mensen bij de kiosk. En dan is het behoorlijk aanpoten.”
De kiosk is geopend van maart tot en met oktober. In acht maanden moet er genoeg geld in de kas komen voor het hele jaar. Dat lukt eigenlijk altijd wel. In de echte zomermaanden werkt De Vegt 80 uur per week. En die drukke dagen laten zich goed compenseren door de rust in de winter. “Dan ben ik vier maanden vrij. Meestal ga ik dan richting de zon.”
Na 13 jaar bevalt nog steeds. “Je hebt hier altijd vrolijke mensen. Mensen zijn een dagje uit, ze hebben plezier. En ze komen als het mooi weer is. Wie wordt daar nou niet blij van?”
Zomerse topdrukte bij Break Out Grunopark
Waterskiën, boogschieten en klauteren in een avontuurlijk klimpark: het is nog maar een greep uit alle activiteiten die het Break Out Grunopark te bieden heeft. Omringd door het steeds verder oprukkende Meerstad gaat Break Out Grunopark voorlopig door.
Aan het roer staat Jan ten Kate. Hij begon hier in begin 2000, op zijn 18e, als instructeur. Een bijbaantje naast zijn studie aan de de Academie voor Lichamelijke Opvoeding. “Het leuke is: mensen komen hier om een leuke dag te hebben en dat werkt aanstekelijk,” vertelt hij. Dus bleef hij hangen, klom op tot manager en sinds twee jaar is hij eigenaar van het bedrijf.
Break Out Grunopark werd in de jaren ‘80 opgericht als camping en is uitgegroeid tot activiteitencentrum voor jong en oud, zowel voor individuen als voor groepen, denk aan bedrijven, vrijgezellenfeesten, familidagen, scholen en nog veel meer. Het bedrijf is geopend tussen april en eind oktober, een echte zomeronderneming dus. Van de activiteiten is de waterskibaan, waar je ook kan wakeboarden, misschien wel het bekendst. In een mooi meertje, ontstaan als zandafgraving.
En er zijn tal van andere activiteiten, zoals de Highlands Games, waarbij de deelnemers kilts dragen en in twee ‘clans’ met elkaar touwtrekken, hamerslingeren, slalommen en nog veel meer. Na afloop van een leuke dag kun je lekker afzakken in de horecagelegenheid met een drankje en hapje. Kamperen kan ook, tegenwoordig op een wat kleiner veld dan vroeger, maar het is nog steeds mogelijk.
Er is de laatste jaren behoorlijk wat veranderd. De gemeente Groningen kocht het terrein in 2022 van de vorige eigenaren. De reden: Meerstad breidt uit. In de toekomst staan er in totaal 6500 woningen, waarvan een deel gebouwd wordt op het oude campingterrein. In 2024 moest de sleutel van een deel van dat terrein worden ingeleverd. De activiteiten en de horeca gaan wel gewoon door.
Ten Kate blijft er nuchter onder. Het is wat het is, en bovendien: de komst van nieuwe buren betekent waarschijnlijk ook meer aanloop. En dat is dan ook wel weer fijn. “We worden goed betrokken bij de plannen van Meerstad. We zijn in goed overleg over de toekomst.”
Want toegegeven, het park zit momenteel een klein beetje in de ‘parkeerstand’, zoals Ten Kate het omschrijft. “Daardoor hebben we iets minder mogelijkheden om te investeren.” Al droomt hij er wel alvast voorzichtig van om de waterskibaan te vernieuwen, met nieuwe obstakels. En wie weet ook om de horecagelegenheid, nu een strandtent, eens flink te vernieuwen en winterproof te maken. “Zolang het bedrijf in ontwikkeling blijft, en er steeds uitdagingen zijn waar we aan kunnen werken, zit ik hier wel op mijn plek.”
