Volgens de historicus van het museum, Erik de Graaf, is de kledinghanger vermoedelijk eigendom geweest van een van de achttien Warfummers die tijdens de Tweede Wereldoorlog naar Auswitsch werden gedeporteerd en daar ook om het leven kwamen. Het kapstokje werd gevonden in een kledingkast in een hotel op 200 meter afstand van het voormalige kamp. ,,Het stel dat het hangertje vond, spaart oude kapstokjes en heeft dus de gewoonte om in hotels in kasten te kijken”, vertelt De Graaf.
Hoe het kapstokje vanuit het kamp in het hotel terecht is gekomen, blijft de vraag. ,,Kleding en persoonlijke bezittingen van de overledenen werden vaak op een hoop gegooid. Wellicht is het hangertje daarbij door iemand meegenomen.” De kledinghanger krijgt een plekje in de Joodse slagerij Markus, een van de gebouwen op het museumterrein.