Ongeveer 1000 werknemers en demonstranten hebben vrijdagmiddag in Delfzijl geprotesteerd tegen de sluiting van aluminiumsmelter Aldel. Het bedrijf in Delfzijl ging afgelopen maandag failliet omdat het door hoge energiekosten niet meer kan concurreren met buitenlandse bedrijven.
De demonstranten vinden dat de Amerikaanse aandeelhouder van Aldel en minister Henk Kamp van Economische Zaken te weinig hebben gedaan om Aldel overeind te houden. Volgens FNV-voorzitter Ton Heerts, die de demonstranten toesprak, gaat het ook niet alleen om de honderden banen die bij Aldel verloren gaan. ,,Ze halen hier met het aardgas de welvaart uit de grond en breken tegelijk de werkgelegenheid af. Dat moet stoppen. Den Haag moet solidair zijn met Groningen”, zei hij.
Ellen Dekkers, voorzitter van FNV Bondgenoten, verweet minister Henk Kamp dat hij te weinig heeft gedaan. ,,Hij heeft de stekker uit Aldel getrokken”, aldus Dekker. PvdA-Kamerlid Tjeerd van Dekken liet weten de honderden protestgangers te steunen en zich sterk te maken voor het behoud van Aldel. ,,Werk is het allerbelangrijkst. We willen dat de bedrijven hier in Groningen overeind blijven.”
De ongeveer 1000 protestgangers hadden zich rond 14.00 uur op het Molenbergplein in Delfzijl verzameld. Ze hielden borden en spandoeken in de lucht met teksten als ‘Eerst ons gas en nu ons werk’.
Twee kinderen hadden een bord met daarop ‘Onze papa is nu werkloos’.
Na een aantal toespraken gingen de demonstranten in een protestmars naar het gemeentehuis van Delfzijl. Daar werd de Kamerbrief van minister Kamp, waarin hij schreef dat hij zijn best heeft gedaan om Aldel te behouden, ritueel verbrand in een ‘kampvuur’.