Nieuws

,,Sprake van massahysterie in hiv-zaak''

De verklaringen van slachtoffers in de hiv-zaak, dat zij door de verdachten met GHB werden beneveld en met hiv-besmet bloed zijn ingespoten, zijn het gevolg van massahysterie. Dat heeft advocaat Jan Boksem donderdag voor de rechtbank in Groningen gezegd. Hij vindt dat zijn cliënt, Peter M., alleen schuldig is aan diefstal en drugshandel.


Leestijd: 1 minuut

Het Openbaar Ministerie eiste woensdag 15 jaar celstraf tegen hoofdverdachte Peter M. Volgens zijn advocaat kent het verhaal van de officier van justitie echter ,,nogal wat aannames, veronderstellingen en ongefundeerde conclusies.” Bovendien zou volgens hem de tenlastelegging zo ruim zijn omschreven, dat de verdachten zich er onmogelijk tegen kunnen verdedigen. De raadsman doet daarom een beroep op nietigheid van de dagvaarding.

Boksem vindt dat de waarheid in de zaak is verdraaid. ,,Getuigen hebben onderling ervaringen uitgewisseld. Daardoor lijken de aangiften sterk op elkaar en is het niet meer dan een ingekleurd verhaal. En het lijkt er bovendien op dat rechercheurs getuigen sterk hebben gestuurd en beïnvloed”, stelt hij. Daarnaast zou virologisch onderzoek niet kunnen bewijzen dat de verdachten hiv hebben overgedragen aan de slachtoffers.

Volgens de raadsman zijn er geen verdachten en slachtoffers in de zaak. ,,Er zijn alleen deelnemers. Ze hebben allemaal volop meegedaan aan meerdere seksfeesten en waren al onder invloed van drank en drugs voordat ze er arriveerden.” In zijn pleidooi benadrukte de advocaat dat de slachtoffers precies wisten wat er gaande was op de seksbijeenkomsten. ,,Deze mannen kenden het klappen van de zweep en waren seksueel heel actief. Het ging puur om de seks. Alles gebeurde op basis van vrijwilligheid en iedereen kende de risico’s van onveilige seks, maar nam die voor lief.”