Nieuws

GGD Groningen geeft begeleiding aan mensen die willen stoppen met Roken

Mensen die willen stoppen met roken kunnen sinds kort niet alleen voor informatie en advies maar ook voor begeleiding terecht in het gebouw van de GGD Groningen aan het Hanzeplein.


Leestijd: 2 minuten

Gistermiddag werd in de hal van de GGD op ludieke wijze het startsein gegeven voor de regionale variant op de nieuwe landelijke campagne ‘Een overwinning bereik je niet alleen’ van DEFACTO Rookvrij (voorheen Stivoro). Centraal hierin staat dat stoppers die hulpmiddelen gebruiken, variërend van nicotinepleisters tot trainingen, meer kans van slagen hebben dan degenen die op eigen houtje van de tabak af willen komen.Voor algemene informatie over stoppen met roken kunnen mensen terecht bij het Informatiecenrum Gezondheid van de GGD. Dit is op werkdagen geopend van 10.00 tot 16.30 uur. Ook het sTOPPUNT (voorheen de StopShop) is sinds kort gevestigd in het GGD-pand. Hier kunnen rokers en ex-rokers informatie krijgen over het gebruik en de werking van diverse hulpmiddelen. Daarnaast verzorgt het sTOPPUNT cursussen ‘Stoppen met roken’ en biedt het (telefonische) begeleiding op maat. Het sTOPPUNT is iedere dinsdag geopend van 10.00 tot 17.00 uur en kan daarnaast op werkdagen worden geraadpleegd via telefoon: (050) 312 30 22.Roken is een levensbedreigende gewoonte. Van alle rokers die als tiener beginnen en blijven doorroken, zal uiteindelijk de helft door tabak overlijden als gevolg van een door roken veroorzaakte ziekte. Rokers leven gemiddeld zeven jaren korter. Uit de Gezondheidsenquête van de GGD in 1998 blijkt dat 58% van de rokers in Groningen wil stoppen met hun verslaving. Tweederde van hen vindt dat dit op eigen kracht dient te gebeuren. In de praktijk blijkt dat het slechts 5% van de stoppers lukt om de tabak definitief te laten liggen. Het gebruik van hulpmiddelen vergroot daarbij de kans van slagen aanzienlijk.De GGD Groningen richt zich bij haar voorlichtingscampagne op de groep rokers die willen stoppen in het algemeen en op enkele doelgroepen in het bijzonder, zoals jongeren, ouders van jonge kinderen, en zwangere vrouwen en hun partners. De Jeugdgezondheidsenquête 2000, waarvan onlangs de eerste gegevens verschenen, bevestigt dat een gedifferentieerde aanpak meer rendement oplevert.