Hieruit blijkt volgens de Groninger Bodem Beweging dat de HRA-methodiek sterk tekortschiet bij het bepalen van woningen met veiligheidsrisico's. "Het betekent de facto het failliet van het Mijnraadadvies, dat volledig stoelt op de bruikbaarheid van de HRA-methodiek om te bepalen welke huizen eventueel wel en welke niet versterkt hoeven te worden", aldus de GBB.
"We stellen al lang dat de HRA-methodiek niet voor het doel geschikt is waarvoor de Mijnraad haar heeft gebruikt. De NAM zelf heeft dit ook aangegeven", zo stelt de belangenclub.
De glasharde bevestiging hiervan door het nieuwe onderzoek, leidt volgens de GBB tot de volgende conclusies:
- 1 – Het tekortschieten van de HRA-methodiek mag niet leiden tot een nieuwe vertraging van de versterking. Daarom moeten de gemeentelijke versterkingsplannen onverkort en zo snel mogelijk worden uitgevoerd en worden aangevuld (zie onderstaande adviezen).
- 2 – Alle woningen in het aardbevingsgebied moeten worden geïnspecteerd. Dat zijn de 26.000 die nu worden beschouwd plus andere woningen waarbij aanleiding bestaat te veronderstellen dat ze niet veilig zijn.
- 3 – Alle in het verleden uitgebrachte versterkingsadviezen moeten worden uitgevoerd. Herbeoordeling heeft geen toegevoegde waarde. Dit zal ook het versterkingsproces versnellen.
- 4 – Panden waarvan bewoners reden hebben te twijfelen aan de veiligheid, en die nog niet in de versterkingsplannen zijn opgenomen, moeten zo snel mogelijk worden geïnspecteerd ('opname op verzoek'). Dat panden als veilig worden bestempeld door de HRA-methodiek, zegt kennelijk weinig.