De gemeente Groningen, de Hanzehogeschool Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen gaven vanmiddag in de Smitsborg op Zernike Campus een symbolisch startschot voor de werkzaamheden aan de Zernikelaan en Zernike Campus. Zij investeren fors in de verblijfskwaliteit en de verkeersveiligheid waarmee de sfeer en uitstraling van de Zernike Campus een boost krijgen. Oosterhof Holman is de aannemer die deze klus in de komende drie jaar gaat klaren.
Edward van der Meer, Directeur Campus Groningen is blij met de upgrade: “Voor Campus Groningen betekent deze upgrade van de Zernikelaan een prachtige verbetering van Zernike Campus. Niet alleen de infrastructuur, maar juist ook de openbare ruimte, de Campus als ontmoetingsplek tussen onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven krijgt hiermee een enorme impuls.”
Verbetering entree Zernike
De werkzaamheden bij de entree van de Zernike Campus zijn al in volle gang. De fietspaden zijn vernieuwd en in de zomer wordt de rijbaan onder handen genomen. Ook de afritten Zernike Campus van de Ring worden verbreed voor een goede doorstroming van het verkeer. Het gebied onder de ringweg wordt vernieuwd en overzichtelijker ingericht voor fiets- en autoverkeer.
Rob Verhofstad, Lid Raad van Bestuur Hanzehogeschool ziet de voordelen van verbetering van de verkeersituatie. “We krijgen een mooiere, gastvrije en aansprekende entree van de Campus. En een betere en veilige reis voor onze studenten en medewerkers. Met de aannemer hebben we de afspraak dat studenten meedoen in het project, dat past goed bij onze praktijkgerichte hogeschool. De aannemer stelt een duurzaamheidsbudget beschikbaar voor onderzoek en ontwikkeling van duurzame ideeën. Onze studenten, docent-onderzoekers en andere medewerkers kunnen een belangrijke rol spelen bij die ontwikkeling.”
Peter Westra, Directeur Oosterhof Holman legt uit waar de uitdaging van de upgrade zit: “Qua uitvoering is het werk voor ons gesneden koek, het is de dynamische omgeving dat dit project uitdagend maakt. En we hopen nieuwe technieken uit ons Living lab voor bouwkundige en infrastructurele innovaties toe te kunnen passen.”
