Innovatie

Nieuwe koers Rijksuniversiteit Groningen: Minder China, meer Noord-Nederland

De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) gaat een nieuwe koers varen. De onderwijsinstelling wil zich minder bezig houden met internationalisering en het aanknopen van banden met China, en zich meer richten op de regio Noord-Nederland.


Leestijd: 1 minuut

Nieuwe koers Rijksuniversiteit Groningen: Minder China, meer Noord-Nederland
Nieuwe koers Rijksuniversiteit Groningen: Minder China, meer Noord-Nederland

‘De voornaamste taak is de komende tijd het versterken van de band met Noord-Nederland. De universiteit moet het voortouw nemen bij het ontwikkelen van nieuwe economische sectoren in Noord-Nederland’. Dat zegt de nieuwe voorzitter van het college van bestuur van de rijksuniversiteit Groningen (RUG), professor Jouke de Vries.

Hij zegt dit zaterdag in een interview met het Dagblad van het Noorden. De Vries is sinds oktober voorzitter van het college van bestuur. In het interview met het Dagblad kondigt hij een andere koers aan van de onderwijsinstelling. Onder zijn voorganger Sibrand Poppema had de RUG onder meer als ambitie om hoger te komen op de ranglijsten van topuniversiteiten in de wereld. Dat doel werd gehaald: de RUG behoort tot de beste honderd universiteiten ter wereld. Ook internationalisering stond hoog in het vaandel. Dat laatste wil De Vries wel behouden, maar dat kan pas een succes worden als eerst de band met de regio op orde is.

Onder Poppema werkte de RUG ook aan ingrijpende plannen om een vestiging in China te openen. Eerder dit jaar leed dit plan schipbreuk omdat de universiteitsraad het plan te riskant achtte. Volgens prof. Jouke de Vries was het idee voor een vestiging in China te omvangrijk en wordt er nu gewerkt aan herijking van de plannen.

Maar duidelijk is wel dat voor de nieuwe hoogste baas van de RUG Noord-Nederland belangrijker is dan China of internationalisering. Hij wil daarom Friesland en Drenthe meer bij de universiteit betrekken. Ook heeft hij kritiek op bestuurders in Noord-Nederland die allemaal hun zegje willen doen over de gewenste ontwikkelingen van de economie in het Noorden. ‘Dat is prachtig, maar daardoor gaan de ontwikkelingen niet snel genoeg. Als die bestuurders het zelf niet kunnen, dan moet de universiteit daarin het voortouw nemen’.