Een aantal van de aangehouden jongeren wordt ook verantwoordelijk gehouden voor een brand in een gemaal. Hierdoor ontstond wateroverlast en kon maar net worden voorkomen dat water met een hoge concentratie zout op landbouwgrond terecht kwam. De grond zou dan lange tijd onbruikbaar zijn geworden, aldus de politie.
De brandstichtingen begonnen rond de jaarwisseling waarbij een schoolgebouw helemaal afbrandde. In april ging een voormalig busmuseum in vlammen op en in mei werd een woning in Winschoten volledig door brand verwoest.
Een 21-jarige inwoner van Winschoten is aangewezen als hoofdverdachte. Hij en twee anderen zitten nog vast. Het onderzoek is nog niet afgerond. De branden vonden plaats tussen januari en september van dit jaar.