Pronkstukken en Stadssleutel Napoleon in Groninger Museum
Rijke Groningers hadden de afgelopen eeuwen ook tal van voorwerpen om met hun rijkdom te pronken. Het Groninger Museum stelt ze nu ten toon. Bij deze tentoonstelling van pronkstukken ook de stadssleutels die Groningen aan Napoleon had willen geven.
Altijd heeft het verlangen bestaan om met hulp van prestigieuze voorwerpen
te pronken. Veel voorwerpen hadden en hebben naast een praktische functie,
ook het doel de omgeving te imponeren om zo eigen welvaart, voornaamheid of
identiteit uit te dragen. Het Groninger Museum presenteert in het
Starckpaviljoen van 30 september 2000 t/m 30 september 2001 een grote
verzameling van dergelijke objecten. Voor de trouwe bezoekers van het museum
zal de presentatie oude bekenden en onverwachte schatten bevatten.
Zilver is natuurlijk bij uitstek geschikt voor pronk. Zo werden
avondmaalsbekers naast liturgisch vaatwerk ook een uiting van de gulheid en
de voornaamheid van de schenkers ervan. Die voorzagen de bekers dan ook vaak
van hun familiewapen.
De Groninger zijlvesternijen, verantwoordelijk voor de afwatering via de
zijlen (sluizen) beschikten over grote bekers of bokalen waaruit bij
speciale gelegenheden gedronken werden. Ze staan bekend als hensbekers.
Een schitterende pronkbeker is speciaal voor het rechtsgeleerdgenootschap
Pro excolendo juri patrio gemaakt. Dit genootschap legt zich toe op de
studie van het vaderlands recht. De beker werd gemaakt in 1769-70 en vormt
een hoogtepunt in het oeuvre van de zilversmid Joseph Seesar. De beker staat
bij de rechtsgeleerden bekend als de pokel werd in 1894 (het openingsjaar
van het oude museumgebouw) in bruikleen gegeven aan het Groninger museum.
Eén dag per jaar keert de beker terug naar het genootschap voor het
jaardiner.
Andere voorbeelden van pronkzilver vormen kandelaren, brandewijnskommen,
bierpullen en dienbladen. Oosterse keramiek was op zichzelf al een uiting
van welvaart, maar schotels met daarop een wapen van familie of regio waren
natuurlijk helemaal top. Zo pronkte de familie Beckeringh met een deken
gemaakt van gedrukt katoen uit India voorzien van hun familiewapen.
Een bijzonder pronkstuk vormt de kast van de Groninger koopmansfamilie
Modderman. In het tweede kwart van de 18e eeuw liet deze familie een mooie
kast maken met bovenin een afbeelding van een baggermolen. Die baggermolen
kwam ook in hun familiewapen voor. Dit ongebruikelijk symbool was gekozen
omdat honderd jaar eerder een voorvader met een zelf ontworpen baggerschip
fortuin had gemaakt. De kast bleef tot het jaar van schenking aan het museum
(1949) in het bezit van de familie.
De zilveren pronksleutels van de stad Groningen waren bedoeld voor keizer
Napoleon. Doordat deze zijn bezoek aan de stad afzei kunnen ze nu in het
Groninger museum getoond worden. De zilveren troffel voor de eerste steen
van het "oude" stadhuis bleef ook bewaard.