Veel vissen zijn met de sterke stroming richting zee meegezogen en konden niet op tijd terugzwemmen. In het zoute water zullen ze het niet redden, aldus de federatie. Ook vissen die nu leven in de waterbergingsgebieden – natuurgebieden die onder water zijn gezet – lopen gevaar. Als de waterstand voldoende is gedaald, worden die gebieden afgesloten en leeggepompt.
Bij twee bergingsgebieden zijn vispassages waar de vissen kunnen ontsnappen. De andere vissen moeten zien te overleven in sloten en plassen. Kleine vissen vormen bovendien een makkelijke prooi voor vogels.
Overal kunnen vissen last krijgen van bestrijdingsmiddelen en meststoffen die door overstromingen in het water zijn gekomen. De federatie kan niet inschatten hoeveel vissen uiteindelijk het loodje zullen leggen.