Volgens justitie is er voldoende bewijs om M. langer vast te houden.
In het bed van het echtpaar is bloed aangetroffen en ook vindt het OM het verdacht dat de man de dag voor de verdwijning van zijn vrouw geld van haar rekening op zijn eigen rekening heeft laten overschrijven.
Verder zou de verdachte een poetsdoek met DNA van de vrouw in een openbare prullenbak hebben weggegooid en komen zijn verklaringen niet overeen met verklaringen van getuigen.
M. ontkent iets met de verdwijning van Illham Bencheln, zijn vrouw, te maken te hebben. ,,Dit is een normale vermissingszaak, er is geen sprake van een misdrijf’’, aldus zijn advocaat. Het OM wilde de verdachte laten onderzoeken in het Pieter Baancentrum, maar M. liet tijdens de pro-formazitting weten niet mee te willen werken. De rechtbank concludeerde daarop dat een onderzoek zinloos is.
Bencheln verdween op 10 januari. Pas acht dagen later werd de politie door drie vriendinnen van de vrouw op de hoogte gebracht van haar vermissing. Haar man deed kort daarna aangifte. Agenten hebben onder meer na een tip in het Afwateringskanaal bij Steendam in Groningen naar haar lichaam gezocht, maar niets gevonden. Volgens het OM heeft de vrouw sinds haar vermissing geen contact meer gezocht met familie of vrienden en geen geld opgenomen van haar rekening.