Wedzinga zou hebben opgetreden als bemiddelaar in een conflict tussen een ex-advocaat en een advocaat. De ex-advocaat C.K., die is veroordeeld wegens deelname aan een criminele organisatie, beschuldigt een oud-collega van het wegsluizen van geld. Wedzinga zou hebben geprobeerd het geld, 40.000 euro, terug te krijgen door middel van afpersing.
Hoewel de zaak wel op de dagvaarding stond, liet het OM tijdens de rechtszaak weten de beschuldiging niet te kunnen bewijzen. Volgens de rechter is echter geen sprake geweest van een grap, zoals Wedzinga het incident noemde en had de oud-rechter opzet bij de afpersing.
Het OM beschuldigde de oud-rechter er verder van onterecht de titel van advocaat te hebben gevoerd. Ondanks dat Wedzinga adverteerde in de Gouden Gids als advocatenkantoor is daarvan volgens de rechter geen sprake, omdat hij in gesprekken met cliënten nooit heeft gezegd advocaat te zijn.
Wedzinga werd in 2006 veroordeeld tot drie maanden voorwaardelijke celstraf en 80 uur taakstraf voor mishandeling van zijn Oekraïense vriendin.