Om de norm van per advocaat te behandelen zaken te omzeilen, werden de aanvragen vervalsd en op naam van een nietsvermoedende kantoorgenoot gezet die nog niet aan het maximum zat. Het zou gaan om zo’n 450 zaken, waarbij elke aanvraag tussen de 800 en 1000 euro aan overheidsgeld waard is. De Raad voor de Rechtsbijstand heeft aangifte gedaan en vier advocaten moeten zich binnenkort verantwoorden voor de tuchtrechter.
Een advocaat mag jaarlijks maximaal 250 aanvragen behandelen om de kwaliteit van de rechtsbijstandszaken te waarborgen. De frauderende advocaten omzeilden die norm door extra aanvragen op naam te zetten van bijvoorbeeld jonge advocaten en stagiaires die zich helemaal niet met rechtsbijstandszaken bezig hielden. Poststukken werden bij binnenkomst afgevangen, zodat de kantoorgenoot er niks van wist.
De zaak kwam aan het rollen na een enkel geval. Mr. Dijkstra schakelde daarbij de Raad voor de Rechtsbijstand in, die er achter kwam dat de fraude structureel was. De vervalste bijstandszaken, die in de administratie van het kantoor apart zouden zijn bijgehouden, werden overigens wel correct afgehandeld.
De vier advocaten zijn volgens de Deken in afwachting van het onderzoek nog gewoon aan het werk.