Het zou ook te mooi geweest zijn om waar te zijn. Na de hectische vijfde rit van woensdag was de rust donderdag enigzsins weergekeerd in het peloton. Het was echter wel slecht weer met in de finale spekgladde wegen. Nadat de kopgroep terugehaald was met daarbij de Nederlanders Lieuwe Westra en Johnny Hoogerland maakte iedereen zich op voor een massasprint. Zoals tot nu toe elke dag was ook donderdag in Lisieux geen echte sprint waarin alle topspurters aan de bak konden. Een klimmetje op een kilometer of drie voor de meet verhinderde dat. Mannen als Mark Cavendish en Tyler Farrar overleefden dit obstakel niet. Uiteindelijk werd het weer een mengeling van sprinters en klassementsrijders die zich met de dagzege gingen bemoeien.
Ruim zestig man vlogen na de klim op de streep af, waarbij ook Mollema weer een prima gevoel had om zich van voren te handhaven en zich zowaar helemaal naar voren waagde. Toen het even stil viel kwam de klimmer uit het zadel om zijn snelheid es te testen. Het zag er niet slecht uit. Hij kreeg een gaatje van maximaal tien meter en zijn poging strandde op 200 meter in schoonheid. De Noor Edvald Boasson Hagen was de snelste voor Matthew Goss en gele trui drager Thor Hushovd. De jump van Mollema geeft echter vertrouwen voor de komende dagen. Met name voor aanstaande zaterdag wanneer in het Centraal Massief de rit van Aigurande naar Super-Besse op het programma staat. Een finish op 1.275 meter hoogte met de laatste paar kilometer bergop. Een etappe waar de renner, die met de dag beter lijkt te worden, zich graag zou willen tonen.
Op zijn website is Mollema over de rit van donderdag helder: " Na een klimmetje in de laatste 3 kilometer zat ik goed voorin bij het ingaan van de laatste kilometer. Toen het even stil viel, ben ik aangegaan. het beste was er toen jammergenoeg al af. Volgende keer beter!"