Nieuws

Werkloosheid Groningen daalt in drie jaar met dertig procent

De noordelijke arbeidsmarkt heeft zich de laatste paar jaar sterk verbeterd waardoor de werkloosheid is gedaald naar het laagste niveau sinds 30 jaar. Dit blijkt uit Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2008, die door de Rijksuniversiteit Groningen is samengesteld in opdracht van het Centrum voor Werk en Inkomen.


Leestijd: 3 minuten

Eind december 2007 was het aantal niet-werkende werkzoekenden in de drie noordelijke provincies teruggelopen tot 58.000. Ten opzichte van eind 2004, toen de werkloosheid op haar hoogtepunt was, is dat een afname van ruim 30.000, ofwel een daling van maar liefst 34%. Daarmee volgen de noordelijke provincies de landelijke ontwikkeling op de voet want ook de werkloosheid voor Nederland als geheel daalde met 34%. In Groningen (-33%) en Drenthe
(-32%) is de daling iets minder, maar in Friesland is de werkloosheid sinds 2004 zelfs met 38% afgenomen.

Een dergelijk lage werkloosheid is sinds het eind van de jaren zeventig niet meer voorgekomen. Voor 2008 heeft het Centraal Plan Bureau zelfs de verwachting uitgesproken dat de landelijke werkloosheid onder het niveau terecht kan komen, waarop de arbeidsmarkt nog goed kan functioneren. Zover is het in het Noorden nog niet want het werkloosheidspercentage ligt momenteel met 7,8% nog boven het landelijke cijfer van 6,1%. Groningen heeft met 8,8% nog altijd de hoogste werkloosheid. Friesland (7,2%) en Drenthe (7,5%) liggen daar een vol procentpunt onder.

De opleving van de economische groei en het sterke herstel van de werkgelegenheid na 2004 hebben de werkloosheid sterk doen afnemen. Daarbij volgt het Noorden de landelijke trend wel met enige vertraging. De economische groei liep landelijk van bijna nul in 2003 in 2004 alweer op tot 2%, terwijl de noordelijke groei toen nog maar een half procent bedroeg. In 2006 deed de noordelijke economie het al een stuk beter met een groei van 2,7% tegenover 3,2% landelijk. Voor 2007 zijn nog geen regionale groeicijfers bekend, maar de sterk teruglopende werkloosheid is een aanwijzing dat het Noorden momenteel gelijk op gaat met de landelijke trend.

Na een aantal jaren van verlies is de noordelijke werkgelegenheid in 2007 met ruim 16.000 banen weer fors toegenomen. Dat is een groei van 2,7% die een stuk hoger ligt dan het landelijke gemiddelde van 2,1%. In Drenthe is het herstel van de werkgelegenheid het sterkst met 3,4%, gevolgd door Friesland met 2,6% en Groningen met 2,2%.

Voor 2008 wordt opnieuw verwacht dat de werkgelegenheid in het Noorden iets sneller zal groeien dan landelijk omdat er momenteel veel werkgelegenheid bijkomt in de zorgsectoren. In het Noorden is meer dan 16% van de werkgelegenheid in de zorg te vinden. Landelijk is dat 14%. Omgerekend kan het Noorden in 2008 een groei van bijna 9.000 banen verwachten, waarvan bijna 3.000 banen in de zorg. De werkloosheid zal naar verwachting nog iets verder teruglopen met circa 2.000.

De structurele achterstand van de noordelijke arbeidsmarkt op de Nederlandse, ook wel het faseverschil genoemd, is de extra werkgelegenheid die het Noorden nog nodig heeft om op de landelijk gemiddelde arbeidsmarktparticipatie uit te komen (de werkende beroepsbevolking gedeeld door de bevolking van 15 tot 64 jaar). Dit faseverschil loopt langzaam maar zeker terug van 54.000 banen in 1994 tot 39.000 in 2005. Door de geringe werkgelegenheidsgroei in 2006 nam het faseverschil in dat jaar voor het eerste weer iets toe tot 40.000. De gunstige cijfers voor 2007 en de verwachtingen voor 2008 maken het echter aannemelijk dat het noordelijke faseverschil momenteel weer verder aan het afnemen is.