Nieuws

Waarom moeten 17 Groningse gemeenten eigenlijk verdwijnen?

Een commissie heeft geadviseerd om het aantal zelfstandige gemeenten terug te brengen van 23 naar 6. Waarom moet dat eigenlijk? In onderstaand persbericht geeft de commissie precies aan waarom dat volgens haar noodzakelijk is: er zijn meerdere argumenten voor. Oordeelt u zelf:


Leestijd: 3 minuten

‘Groningen staat voor forse sociaaleconomische en maatschappelijke opgaven. De werkgelegenheid daalt, er is een hardnekkige mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, het besteedbaar inkomen ligt een flink stuk onder het landelijk gemiddelde en de percentages van (jonge) werklozen en mensen in sociale werkvoorzieningen zijn opvallend hoog.

De financiële positie van veel Groninger gemeenten is ronduit zwak en zorgwekkend, inkomsten lopen verder terug en er moet nog meer bezuinigd worden. Vanuit de decentralisaties binnen het sociaal domein krijgen gemeenten omvangrijke en belangrijke extra taken uit te voeren, echter met een lager budget dan daar nu voor beschikbaar is. Tegelijkertijd doen zich in de provincie tal van kansrijke ontwikkelingen voor die op dit moment met onvoldoende daadkracht en innovatievermogen worden opgepakt.

De Visitatiecommissie Groningen concludeert dat de huidige bestuurlijke inrichting van 23 gemeenten, met vele verschillende vormen van samenwerking, waaronder in clusters van gemeenten, niet toereikend is om deze grote vraagstukken voortvarend en succesvol aan te pakken en kansrijke uitdagingen in Groningen optimaal te benutten.

Vanuit een inhoudelijke analyse adviseert de commissie alle Groninger gemeenten, de Vereniging van Groninger Gemeenten en de provincie Groningen om binnen nu en uiterlijk eind 2017 te komen tot zes nieuwe gemeenten die in de plaats komen van de huidige 23.

De genoemde namen voor de nieuwe gemeenten zijn uiteraard niet meer dan ‘werktitels’; de definitieve naamgeving is aan de gemeenten zelf.

Over de nu toegepaste vormen van samenwerking concludeert de commissie dat de resultaten van die samenwerking niet in verhouding staan tot de inspanningen in tijd, energie en geld die daarin geïnvesteerd worden. Het schaalniveau van de huidige samenwerkingsverbanden sluit niet aan bij het schaalniveau van vraagstukken. Het ontbreekt de huidige clusters van samenwerkende gemeenten aan een gedeelde visie op de toekomstige samenwerking en de samenwerking betreft vooral interne bedrijfsvoeringstaken en pure uitvoeringstaken. De clusters opereren niet als hechte samenwerkingsverbanden. Het beeld van een kluwen van samenwerkingsvormen, in gemeenschappelijke regelingen en andere samenwerkingsvormen, is in de gesprekken met de commissie veelvuldig aan de orde geweest.

Als belangrijke voordelen van bestuurlijke schaalvergroting ziet de commissie: meer aandacht voor en focus op de strategische opgaven en uitdagingen; reductie van de energieverslindende en democratisch slecht te legitimeren kluwen aan samenwerkingsverbanden en gemeenschappelijke regelingen; versterking van de bestuurlijke en ambtelijke kwaliteit van gemeentelijke organisaties; meer bestuurlijk en inhoudelijk evenwicht tussen de stad Groningen en de omliggende gemeenten; minder gemeenten, dus minder bestuurlijke drukte en meer eenvoud in overleg en samenwerking met externe partijen.

Het proces van herindeling in Groningen moet echter veel meer zijn dan een structuuringreep. Het gaat tegelijkertijd om een cultuurverandering die gericht is op vertrouwen en gunnen. De commissie concludeert dat gemeenten elkaar doorgaans niet veel gunnen en elkaar onderling beconcurreren, zelfs als dat in het nadeel is van het geheel. Daarbij is sprake van een strijd om de macht tussen de stad Groningen en de ommelanden en tussen de stad en de provincie die op geen enkele wijze de langere termijn belangen van burgers en organisaties dient. De cultuur of mentaliteit die de nieuwe structuur kan schragen, typeert de commissie als een cultuur van grenzeloos gunnen.

De commissie adviseert de her in te delen gemeenten territoriaal te starten met de ontwikkeling van een gezamenlijke integrale toekomstvisie op de aan te pakken vraagstukken en uitdagingen als opmaat naar de herindeling. Bij deze visieontwikkeling moeten inwoners nauw betrokken worden. Voor de provincie ziet de commissie een belangrijke rol weggelegd als procesregisseur, die van meet af aan het initiatief neemt in deze omvangrijke bestuurlijke herinrichting en cultuurverandering.

Naast de beweging naar schaalvergroting, gaat de commissie in haar rapport nadrukkelijk ook in op kleinschaligheid en de relatie tussen bestuurders en inwoners. De beweging naar grotere gemeenten brengt met zich mee dat de samenwerking met burgers op een nieuwe manier invulling dient te krijgen.

De Visitatiecommissie Groningen werkte in opdracht van de provincie Groningen en de Vereniging van Groninger Gemeenten en kende de volgende samenstelling: Geert Jansen (voorzitter), Sandra Korthuis en Arno Korsten. De commissie werd ondersteund door een onafhankelijk secretariaat.’