Veel zwakke basisscholen in noordelijke provincies

Dat heeft het ministerie van Onderwijs woensdag bekendgemaakt. Verantwoordelijk staatssecretaris Sharon Dijksma heeft met Friesland, Groningen en Drenthe afgesproken dat zij met scholen in de provincies gaat overleggen om de kwaliteit van het basisonderwijs te verbeteren.

Vooral de uitleg door leraren en de zorg en begeleiding aan kinderen blijft in het noorden achter. Mogelijke verklaring daarvoor is dat veel leraren moeite hebben met het onderwijzen aan combinatieklassen. Ook wordt de lage kwaliteit wellicht te gemakkelijk geaccepteerd door scholen.

De zwakke en zeer zwakke scholen zullen voortaan meer ondersteuning krijgen, onder andere door scholen die het wel goed doen. Op die manier moeten ook de lessen in taal en rekenen worden verbeterd. Eerder werd de zogeheten gewichtenregeling al aangepast, waardoor veel scholen in het noorden extra geld krijgen om achterstanden aan te pakken.

Staatssecretaris Dijksma kijkt niet alleen naar het noorden, maar wil ook het totale aantal zeer zwakke scholen in Nederland “drastisch terugbrengen”. Zo krijgen scholen korter de tijd om hun lessen naar een hoger plan te tillen. “Bij onvoldoende voortgang zullen krachtige interventies worden ingezet”, waarschuwt zij.
Zo kunnen zogeheten analyseteams worden ingezet die hulp moeten bieden om een snelle verbetering te bewerkstelligen.

Verder moeten straks niet alleen de zeer zwakke scholen maar ook de minder zwakke scholen afspraken over verbetering gaan maken met de Onderwijsinspectie. Zij krijgen bovendien hetzelfde intensieve toezicht als zeer zwakke scholen.

Eerder werd al bekend dat de inspectie sneller gaat ingrijpen bij besturen van scholen die er een potje van maken. Blijft het een bende, dan kan de staatssecretaris straks sancties opleggen.