Met het geldbedrag gaan de winnaars van het Hendrik de Vriesstipendium nieuw werk maken. Over een jaar presenteren zij hun nieuwe uitgave die verschijnt in de Hendrik de Vriesreeks. De gemeente Groningen stimuleert talentontwikkeling bij jonge kunstenaars. Deze aanmoedigingsprijs is daar een voorbeeld van.
Duo Ruth Koops van ’t Jagt-Lieke van den Krommenacker
De jury kijkt uit naar het luisterboek waarvoor dit schrijversduo een plan heeft ingediend. Hun inzending ‘Het Hoogeland-een luistervertelling’ noemt de jury “origineel, innovatief, nostalgisch en authentiek”. Het duo wil luisteraars het landschap laten ervaren via gesproken verhalen van bewoners en geluiden van het land en het leven. Ze doorkruisen lopend, op de fiets en per kano het Hoogeland om bewoners te ontmoeten. Daarna schrijven ze een fictief verhaal dat ze bewerken tot een hoorspel. Dat ze in hun plan hebben nagedacht over aanvullende financiering, juicht de jury van harte toe.
Leonie Veraar
De inzending ‘Mutanten’ intrigeert de jury. Voor de structuur van haar gedichtenbundel legt Veraar een parallel met het voortschrijden van de ziekte kanker. Waar eerst orde is, ontstaat langzaam chaos. Deze transformatie gaat ze zichtbaar maken in de vorm en de inhoud van de gedichten. Ook het taalgebruik gaat parallel aan de woekering van de ziekte lopen. De jury vindt het “een gedurfd experiment, waarbij de auteur haar eigen grenzen en die van de poëzie nadrukkelijk opzoekt en wellicht ook tart”.
Jury
De jury beoordeelde tien inzendingen en bestond uit: voorzitter Mieke van der Star, Barend van Heusden, Lennard Dost, Mary Kemperink, Renee Luth en Herman Sandman.
Hendrik de Vries
Hendrik de Vries (Groningen 1896 – Haren 1989) behoorde tot de grote Nederlandse dichters van de 20e eeuw en was daarnaast een begaafd schilder en tekenaar. De gemeente Groningen kent ter ere van hem het Hendrik de Vriesstipendium. Jaarlijks stelt de gemeente twee stipendia, elk van € 6.000, – beschikbaar voor aanstormende talenten in de scheppende kunsten. Het ene jaar richt het stipendium zich op beeldende kunst, het andere jaar op literatuur.
