‘Iedere Stadjer kent het Stadspark. Je kunt er van alles doen: een bezoekje aan de kinderboerderij, een wandeling door het park, skaten, hardlopen, fietsen, de hond uitlaten, kamperen op de camping, voetballen, werken en nog veel meer. Er is zelfs een speciale afslag vanaf de A7 aangelegd voor een betere bereikbaarheid van de GasUnie.
Al die functies in het Stadspark maken dat de verkeersdruk op het park enorm is toegenomen en dat de bijzondere eigenschappen van het park “rust en ruimte” bij tijd en wijle verre te zoeken zijn door het gedrag van de automobilisten. Zij denken heer en meester te zijn in het Stadspark en beseffen niet dat door het verschil in snelheid tussen auto’s/fietsers/wandelaars zij af en toe letterlijk wandelaars van de sokken rijden.
Je zou je eens moeten voorstellen dat er nu nog auto’s door het Noorderplantsoen rijden, ik ben daar vroeger wel langs gereden op weg naar opa en oma aan het Nieuwe Kerkhof, maar kan het me nu niet meer voorstellen. Zo is het eigenlijk onvoorstelbaar dat het Stadspark zo’n goede gastheer is voor de automobilist.
Bij een tweetal voorstellen van het college over het Stadspark heb ik dit genoemd, maar ik heb niet het idee dat het college zo’n vaart maakt. Er waren ooit plannen om het parkeren te concentreren rondom het Stadsparkpaviljoen (voor!) maar verder radiostilte. Daarom wil ik voorstellen dat het autoverkeer 10 km per uur mag rijden (is dit de snelheid van stapvoets?) zodat de mensen die het Stadspark met de auto bezoeken zich gedragen als gast en niet meedoen aan de wedstrijd ”Wie is het eerste op de parkeerplaats?” Op deze manier is het Stadpark in plaats van een racebaan meer het park zoals Jan Evert Scholen het ooit bedoeld heeft.”
Inge Jongman
Christen Unie
