Het gaat om de jaren 1999 tot en met 2003. Voor die jaren heeft de staatssecretaris een bedrag van bijna anderhalf miljoen euro teruggevorderd. De staatssecretaris is hiertoe overgegaan, omdat de hogeschool volgens hem ten onrechte studenten voor bekostiging in aanmerking heeft gebracht.
Het gaat om vier groepen studenten die buiten Groningen hun volledige opleiding volgden. De eerste groep bestaat uit 15 medewerkers van het ministerie van Defensie die een onderwijsprogramma in Seedorf (Duitsland) volgden.
De tweede groep betreft 168 Duitse studenten in Oberhausen die op basis van vrijstellingen een vierjarige opleiding in één jaar kregen aangeboden.
De derde groep gaat om 184 Finse studenten die het tweede jaar van hun studie aan de hogeschool volgden.
De hogeschool heeft verder nog voor Finse studenten op basis van vrijstellingen een vierjarig programma in één jaar verzorgd. Het onderwijs is voornamelijk in Finland gegeven. De rechtbank in Groningen heeft in januari van dit jaar geoordeeld dat de staatssecretaris terecht de rijksbijdragen voor de vier groepen heeft teruggevorderd. De hogeschool is tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Deze zaak maakt onderdeel uit van wat in de media ‘HBO-fraude’ is gaan heten. De zaak is op 23 september jl. op zitting behandeld.
Nieuws
Spanning bij Hanzehogeschool om terugvordering anderhalf miljoen euro
Bij de Hanzehogeschool Groningen kijkt men met spanning uit naar het oordeel over de vraag of men anderhalf miljoen euro subsidie moet terug betalen. De Raad van State heeft onlangs het hoger beroep van de Hanzehogeschool behandeld en zal binnenkort een Salomonsoordeel moeten vellen. De Hanzehogeschool zou onder meer Finse studenten in Finland les hebben gegeven, en ook andere buitenlandse studenten kregen buiten Groningen les. Dat was volgens de staatssecretaris niet de bedoeling.
Leestijd: 1 minuut
