“We zijn zeer verheugd dat er eindelijk duidelijkheid is voor onze cliënten en dat we een jarenlange procedure positief af kunnen ronden. Er is nu een goede regeling om tot uitkering te komen van geleden immateriële schade en gederfd woongenot als gevolg van aardgaswinning in Groningen”, zegt Advocaat Pieter Huitema in een persbericht. Hij voerde namens DeHaan jarenlange procedures die tot deze regeling hebben geleid. “De regeling geldt voor alle eisers uit de procedure waarin een schikking is getroffen. Ook de partners en kinderen van deze eisers kunnen van de regeling gebruikmaken. In totaal gaat het om een aanzienlijke groep mensen, zeker vijfduizend.”
Advocaat Pieter Huitema was woensdagochtend niet beschikbaar voor commentaar, maar volgens berichtgeving van RTV Noord zijn er drie soorten vergoedingen binnen deze regeling: voor immateriële schade, voor gederfd woongenot en extra vergoedingen.
De vergoeding voor immateriële schade biedt een basisbedrag van 2.500 euro. Per extra fysieke schade komt hier nog 1.250 euro bij. Stel, er zijn vier fysieke schades, dan heeft ieder gezinslid recht op 5.000 euro.
Op de vergoeding voor gederfd woongenot hebben gedupeerden recht als zij minstens één schade hebben. Deze vergoeding is eenmalig voor het gehele huishouden, dus niet per gezinslid. De hoogte ervan verschilt per postcode.
Voor sommige huishoudens is er nog een extra vergoeding mogelijk. Bijvoorbeeld bij acuut onveilige situaties, of bij sloop van de woning of woningversterking. De regeling van DeHaan valt wat voordeliger uit dan de regeling van het Instituut Mijnbouwschade Groningen, want daar hebben gedupeerden per persoon recht op maximaal 5000 euro. Bij de regeling van DeHaan kan de vergoeding oplopen tot een hoger bedrag.
Persoonlijk bericht
De uitvoering van de regeling wordt gedaan door schade-afhandelingsbureau RIFF, dat landelijk veel ervaring heeft met de afhandeling van grote schadeclaims. Betrokkenen krijgen ergens in de komende maanden persoonlijk bericht over het
aanleveren van ontbrekende gegevens om hun dossier compleet te krijgen. Daarvoor is een online platform ingericht.
De dossiers worden groepsgewijs worden behandeld. Dit najaar zullen medewerkers van RIFF de eerste groep van ongeveer honderd betrokkenen uitnodigen om de afhandeling te starten. Vanaf begin volgend jaar worden de dossiers van alle betrokkenen telkens groepsgewijs in behandeling genomen. Per betrokkene duurt het dan naar verwachting nog enkele maanden voordat het afgehandeld is. Het streven is dat in 2026 de claims van alle eisers in behandeling zijn genomen.
