Nieuws

PvdA Statenlid Groningen op bres voor Paars-Plus

De PvdA in de stad Groningen mag dan kritisch staan ten opzichte van een Paars Plus Kabinet, er zijn ook nog Groningse PvdA-ers die er wel degelijk voorstander van zijn. Zoals PvdA Statenlid Sjak Rijploeg. Hij reageert op een kritisch blog op de GIC van PvdA gemeenteraadslid Roeland van der Schaaf die grote twijfels heeft over zo’n coalitie. ‘Toch moeten we proberen een coalitie te smeden, want in een democratie moet je soms over je haat en/of afkeer van bepaalde gedachten heen stappen.’. Hieronder de bijdrage van Rijploeg integraal:


Leestijd: 5 minuten

‘Inderdaad, het zal heel moeilijk worden om een paars plus kabinet te maken dat een beetje recht doet aan de sociale eisen van de PvdA. De VVD heeft een behoorlijk amoreel liberaal program, waarbij de veroorzakers van de crisis beloont worden en de rekening bij de lage en middeninkomens wordt gelegd. De grootverdieners die zich op geen enkele wijze hoeven te verantwoorden over het feit dat ze zich per verdiende euro een stuk minder hoeven in te spannen of vroeger moeite hebben gedaan, dan iemand met een modaal inkomen en een bijbaan, zij mogen van de VVD hun extra hypotheekrenteaftrek blijven krijgen op rekening van de gewone mensen. En zelfs de armsten in de wereld mogen niet geholpen worden om het beter te krijgen, want dat zou die zielige vastgoedhandelaar maar geld kosten. Van de VVD hebben we nog nooit een serieus voorstel gezien dat de relatieve positie van mensen met lagere inkomens ten goede komt.
Toch moeten we proberen een coalitie te smeden, want in een democratie moet je soms over je haat en/of afkeer van bepaalde gedachten heen stappen. Immers de enige andere coalitie die denkbaar is van PvdA GL SP CDA en CU, is onmogelijk omdat Verhagen net zo’n onrechtvaardige economisch liberale politiek voorstaat als Rutten en bovendien uiterst onsympathiek is.

Laten we ons daarom eens voorstellen dat beide uitersten aan tafel in deze onderhandelingen, PvdA en VVD, een flinke concessie doen en zoeken naar een bezweringsformule waar wel enige overeenstemming over kan worden opgebouwd. Een concessie die bij beide de achterban hard zou raken, maar die daar tegenover ook iets nieuws en gezamenlijk wervends zou moeten hebben.

De vrijblijvendheid voorbij

– De huren mogen extra stijgen, maar de verhuurder wordt verplicht de woningen zo te verbeteren zodat gemiddeld elk jaar 7% minder hoeft te worden verstookt dan het vorige.
– er wordt flink gekapt in de voorzieningen voor de WAJONG, maar werkgevers worden verplicht stagiaires aan te nemen en te begeleiden en een aantal van hen in vaste dienst te nemen. Een commissie wijst ze eenvoudig aan. Kleine werkgevers waarvan de baas zelf geen extreem hoog inkomen heeft krijgen de kosten deels vergoed.
– Het ontslagrecht wordt versoepeld, maar wie daardoor werkloos wordt komt bij de betreffende sector in dienst en de gezamenlijke werkgevers zijn verplicht om die persoon een goed aanbod te doen, of anders zijn/haar inkomensverlies voor hun rekening te nemen.
– De nominale premie voor de zorgverzekering wordt niet afgeschaft )zoals natuurlijk rechtvaardig zou zijn) maar verhoogt. De bovengrens van de procentuele premieheffing wordt daar tegenover afgeschaft, zodat het premiepercentage omlaag kan.
– Veel bezuinigingen zullen vooral de lagere inkomens treffen, maar daar tegenover wordt de extra hypotheekrenteaftrek voor hoge inkomens snel Afgeschaft, zodat die van 52% naar 42%gaat.
Verder wordt een commissie aan het werk gezet om voor het hele systeem van woonsubsidies een nieuw systeem te ontwikkelen, dat rechtvaardig is en de democratisch geformuleerde doelen het beste kan dienen.
– langs deze lijn zijn meer dingen te bedenken.

Dan is er nog geen overeenstemming over het tempo en het te bezuinigen bedrag op de overheidsbestedingen. Maar zouden we daar niet verder kunnen komen als we iets breder kijken dan alleen de overheidsuitgaven. Waaraan geven we als samenleving te weinig en waaraan te veel uit, zou de vraag moeten zijn. Als we bijvoorbeeld de reclame op alcohol zouden verbieden, en een accijnsverhoging ter grote van het reclamebedrag doorvoeren, kost dat de burger en de branche niets. De reclamebureaus zijn de klos, en die werknemers verdienen dan steun bij het omscholen naar een vak waar hun bekwaamheden goed kunnen worden ingezet. Zo kunnen ook op het gebied van verdere vergroening van het belastingstelsel, zoals vooral PvdA en GL willen, de bestedingen meer in de richting van investeringen gestuwd worden. We geven zo een prikkel tot innovatie aan bedrijven en consumenten, een prikkel die de Nederlandse economie en de groei ten goede zal komen als we het slim aanpakken.
Bedrijven moeten bijvoorbeeld niet bang voor elkaar zijn dat ze de eerste zijn die energie bespaart, maar de vrees moet ontstaan dat de overheid en de consumenten ze straffen als ze de laatste dreigen te worden. Laten we de markt maar gebruiken voor dat wat we democratisch willen. Zo zouden we beweringen in de reclame objectief kunnen laten toetsen op hun waarheid, opdat prijs kwaliteit en maatschappelijk belang op de voorgrond komen. Uiteraard horen daar dan stevige sancties bij, maar het zal ook tot gevolg hebben dat sommige goedkope troep uit de markt zal verdwijnen. Dat dupeert de lage inkomens weer meer dan de hoge en derhalve is er weer ruimte om de hoge ook ergens op aan te spreken om het evenwicht te herstellen tussen links en rechts.

Dit alles zal nog steeds de lage inkomens relatief meer treffen dan de echte top. Daarom is het redelijk de mensen die zo slecht met geld kunnen omgaan dat ze zich met meer dan anderhalve ton niet kunnen redden van alle aftrekposten uit te sluiten. Bijstandtrekkers kunnen misschien aan het werk komen om ze tegen betaling te helpen om met wat minder te leren omgaan.

Kortom we vragen van de hoge en de lage inkomens wat, we geven een stuk van de overheidssturing op, maar vervangen het door sturing door de goede prikkels in de markt te bouwen. We stimuleren de consumenten en bedrijven verder om rationele beslissingen te nemen en de handelingsimpulsen in de democratisch vastgestelde maatschappelijk gewenste richting te stuwen.

Geen liberaal onrecht en vrijblijvendheid, en geen socialistische eenheidsworst, maar op weg naar gelijke vrijheid en gelijke mogelijkheden om die vrijheid te beleven. Voor een land dat voorop gaat naar een economie die over dertig jaar geen olie en kolenboeren meer nodig heeft en waar de lage en middeninkomens letterlijk niet in de kou hoeven te zitten. Zodat voor ons geen kolenarbeiders meer hoeven te sterven, geen ondemocratische regimes meer aan ons verdienen, geen klimaat verandering en milieuvervuiling aan ons hoeft te worden verweten.