Nieuws

‘ Verzorgingsstaat door vergrijzing financieel onhoudbaar; actief burgerschap antwoord’, zegt Groningse promovenda

Als gevolg van de toenemende vergrijzing is de Nederlandse verzorgingsstaat nauwelijks nog financieel houdbaar. Mede hierom is het belangrijk dat de zelfredzaamheid van burgers wordt vergroot. Want wie kan rekenen op hulp van zijn of haar nabije omgeving – al gaat het om iets kleins als het buitenzetten van een vuilniszak – doet minder snel een beroep op professionele zorg. Maar kan iets als actief burgerschap wel door de overheid gestimuleerd worden? Ja, meent Margreet Frieling. ‘Natuurlijk kun je solidariteit niet opleggen. Maar door mensen op buurtniveau te laten samenwerken aan het creëren van leefbaarheid stimuleer je gevoelens van betrokkenheid en solidair gedrag.’ Frieling promoveert 15 mei 2008 aan de Rijksuniversiteit Groningen.


Leestijd: 2 minuten

In de nieuwe visie van de overheid op de rol van de burger neemt ‘de buurt’ een steeds belangrijker plaats in. Terecht, aldus Frieling: ‘Buurtbewoners hebben een gemeenschappelijk belang, namelijk een zo prettig mogelijke leefomgeving. Doordat bewoners van elkaar afhankelijk zijn in het tot stand brengen van een prettige leefomgeving, is er vaak een bepaalde mate van binding aanwezig. In geval van nood kloppen de meeste mensen liever aan bij iemand uit hun eigen buurt, dan bij een willekeurige vreemde. Zelfs al kennen ze deze buurtgenoot niet.’

Sociale cohesie
Om concrete handvatten te kunnen bieden voor het stimuleren van actief burgerschap, ontwikkelde Frieling een meetinstrument om de onderlinge betrokkenheid oftewel sociale cohesie in de buurt te meten. Frieling: ‘Het begrip sociale cohesie kom je vaak tegen in onderzoeken en beleidsstukken, maar het blijft een vaag begrip dat zelden duidelijk wordt gedefinieerd.’ Daarom was het van belang eerst in kaart te brengen wat hiermee nou eigenlijk bedoeld wordt. Er kwamen drie dimensies van sociale cohesie naar voren, namelijk de mate waarin bewoners samenwerken in het creëren van welzijn, de mate van onderlinge solidariteit en tot slot de gevoelens van betrokkenheid.

Leefbaarheid
Op basis van hun onderlinge betrokkenheid kunnen bewoners een belangrijke bijdrage leveren aan de leefbaarheid in de buurt. ‘Door rekening te houden met elkaar, kunnen bewoners overlast voor elkaar beperken. Door samen de straat netjes te houden, kunnen bewoners de aanblik van de buurt verbeteren.’ Als blijkt dat de onderlinge betrokkenheid tussen bewoners in een buurt laag is, dan kan dit voor lokale overheden aanleiding zijn om actie te ondernemen. Hiervoor ontwikkelde Frieling een dialoogmethode.

Dialoogmethode

‘Samenwerking tussen bewoners in het creëren van leefbaarheid komt in de praktijk moeizaam tot stand. Naarmate de verscheidenheid aan behoeften van bewoners in een buurt toeneemt, wordt samenwerken steeds moeizamer. Het creëren van leefbare buurten en wijken kunnen bewoners bovendien niet alleen. Zij zijn daarvoor ook afhankelijk van professionals en de gemeente.’ Het bevorderen van actief burgerschap in de buurt vraagt volgens Frieling dan ook om een vorm van co-productie (joint production) door bewoners, professionals en de gemeente. Zij ontwikkelde een dialoogmethode om de coproductie tussen de drie partijen te bevorderen.

Behoeften en belangen

In het dialoogproces worden de behoeften en belangen van bewoners op elkaar afgestemd. Vervolgens wordt op systematische wijze nagegaan hoe bewoners, professionals en de gemeente – elk vanuit hun eigen mogelijkheden en beperkingen – kunnen bijdragen aan het verbeteren van de leefbaarheid in de buurt. Dus niet de ‘u vraagt, wij draaien’ aanpak waarbij alleen wordt gekeken naar de wensen van de bewoners. Dit werkt volgens Frieling net zomin als mensen opzadelen met het standaardaanbod van professionals. Alleen wanneer er afstemming wordt gezocht tussen de doelen en activiteiten van bewoners, professionals en de gemeente, komt samenwerking tussen hen tot stand en kan de leefbaarheid in buurten en wijken duurzaam worden verbeterd. Doordat de dialoogmethode samenwerking tussen bewoners tot stand brengt, versterkt het bovendien de sociale cohesie tussen hen, waardoor de zelfredzaamheid van de buurt versterkt.