Nieuws

Paars stimuleert Groningse communisten in idealenstrijd


Leestijd: 2 minuten

De politieke ‘kliek’ staat hen tegen. ,,Kok? Ha! Ik zie me nog met hem demonstreren tegen de Vietnamoorlog. En nu steunt hij de aanvallen op Afghanistan”, verzucht Mans Pruis, huisschilder en NCPN-lijsttrekker voor de Groninger gemeenteraadsverkiezingen. In het roemruchte rode verleden waren de communisten met de toenmalige CPN sterk vertegenwoordigd. In 1970 veroverden ze 14 procent van de stemmen voor de Provinciale Staten van Groningen. De huidige partij van de opvolgers van de legendarische Groningse communistenleider Fré Meis werd in 1992 opgericht en is nog immer ‘anti-kapitalistisch’. Ze baseert zich op het marxisme-leninisme, de door communisten als wetenschappelijk beschouwde wereldbeschouwing die wetmatigheden in de economie en in het bijzonder de productieverhoudingen ziet. Ondanks de beladen erfenis van de Koude Oorlog houdt ze vast aan aloude principes, en blijft bijvoorbeeld extreem anti-Amerikaans. De NCPN sluit zich naar eigen zeggen ,,aan bij de beste, positieve tradities van de communistische beweging in ons land”. Angst voor communisten is overdreven, menen ze. ,,We willen heus niet van alle middenstandsbedrijfjes staatsbedrijven maken”, stelt Pruis. De NCPN dingt in maart mee naar zetels in zeven gemeenten. Groningen, Reiderland (nu vijf zetels), Scheemda (twee zetels), Lemsterland (twee zetels), Enschede, Amsterdam en Heiloo. Traditioneel is de partij in Oost-Groningen betrekkelijk sterk. Met nog maar een paar weken te gaan voor 6 maart, werken de nieuwe communisten aan een eindsprint naar de verkiezingen en voeren campagne. Van mens tot mens, want voor een megacampagne is geen geld. En promoten is hard nodig, meent Pruis. ,,Want waar zijn de echte linkse mensen? Ze willen er bijhoren en politici als Marijnissen (SP) verschijnen telkens weer bij spelletjes. Het begrip solidariteit hoor je bijna nooit meer. Ja, als je in je eentje in zes weken een grijze bak vult en daar wat van zegt, dan wijzen ze je op het solidariteitsbeginsel”. Secretaris Rob Heusdens van de Groningse afdeling stelt dat de partij niet in het verleden is blijven hangen: ,,Het is anders dan jaren geleden. De partij moderniseert. Ook jongeren doen actief mee.” Maar er zijn grenzen. De zittende partijen vindt hij te slap. ,,Het asielbeleid is al verslechterd terwijl Fortuyn nog niet eens in de kamer zit. Er worden steeds meer mensen zomaar op straat gezet”. Het dikke partijprogramma ligt klaar. Minimumlonen en uitkeringen moeten 10 procent omhoog. Aan de ‘sloop van de sociale woningbouw’ moet een einde komen. De bevolking moet zeggenschap krijgen over de nutsbedrijven. In Groningen is net als in Amsterdam de privatisering van het openbaar vervoer het hoofdthema. ,,Gemeenten hebben steeds minder te zeggen. Het gebeurt allemaal in Den Haag. Kijk maar naar de GVB in Amsterdam. Diensten voor de massa moeten in handen van de overheid te blijven. Het gaat nu nog alleen maar om winst, winst, winst. De service van de voormalige overheidsdiensten is alleen maar slechter geworden.” En dus strijden ze door, tegen de huidige verrechtsende stroming is. ,,Principes zijn voor ons te belangrijk om op te geven. Zelfs belangrijker dan macht, we doen geen concessies zoals GroenLinks”.