Ook aan de Duitse en Deense Waddenkust komen dit jaar uitzonderlijk veel lieveheersbeestjes voor. Volgens Van der Made zijn de zwermen een gevolg van de zachte lente. ‘Daardoor zijn er extra veel poppen uitgekomen. Aangezien lieveheersbeestjes trekkende dieren zijn en hoofdzakelijk leven van bladluizen, gaan ze massaal naar bladluisrijke gebieden. In Nederland is het uitzonderlijk maar in Denemarken komt het vaker voor.’
Mensen hebben weinig te vrezen van de beestjes, aldus Van der Made. ‘Lieveheersbeestjes kunnen bijten, maar dat zullen ze niet snel doen en als ze het wel doen, houd je er niet meer dan een piepklein wondje aan over.’
Van der Made verwacht dat de grote zwerm in Termunterzijl over ongeveer twee weken is verdwenen. ‘Lieveheersbeestjes trekken niet als sprinkhanen in zwermen over het land. Ze verspreiden zich langzaamaan en bovendien zal een groot aantal worden opgegeten door zangvogels.’
