Volgens de milieuorganisaties hadden in de vergunning strengere eisen moeten worden gesteld aan de uitstoot van zwaveldioxide en stikstofoxiden omdat zij vrezen dat Nederland de emissieplafonds voor deze stoffen zal overschrijden. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.
De Raad van State is van oordeel dat het provinciebestuur bij het verlenen van de milieuvergunning aan RWE geen rekening hoefde te houden met de nationale emissieplafonds voor de uitstoot van zwaveldioxiden die voor Nederland als lidstaat van de Europese Unie gelden.
Verder zijn de voorschriften in de milieuvergunning over de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen streng genoeg en bevat de vergunning de beste beschikbare technieken om de uitstoot van onder meer stof zoveel mogelijk te beperken. Daarnaast leidt de centrale niet tot geluidsoverlast voor het stiltegebied in de Waddenzee. Ook alle overige bezwaren konden naar het oordeel van de hoogste bestuursrechter niet slagen.