Tijdens de regiezitting werd de zaak nog niet inhoudelijk behandeld. Koen Schuiling was zelf niet aanwezig vanwege ziekte. Volgens zijn advocaat Peter Koops heeft hij last van veel stress naar aanleiding van deze zaak en de publieke aandacht.
De context van de zaak: in maart 2024 zou Schuiling door een vrachtwagenchauffeur gezien zijn terwijl hij rijdend in zijn auto zou masturberen. In maart 2025 werd hij veroordeeld tot een boete van 250 euro voor schennis van de eerbaarheid. De politierechter in Zwolle vond destijds dat er genoeg bewijs was om te kunnen stellen dat Schuiling oneerbaar gedrag had vertoond, in zijn auto.
Schuiling ontkent dat tot op de dag van vandaag. Hij stelt dat de hele zaak berust op een misverstand: er kwam volgens hem plotseling hevige buikpijn op terwijl hij in zijn auto reed. Om de pijn te verlichten wreef hij over zijn buik. Er was dus volgens hem geen sprake van masturbatie.
Volgens zijn advocaat Peter Koops heeft Schuiling geen eerlijk proces gehad. Ook is er, vindt Koops, sprake geweest van trial by media. Het zou een rol gespeeld hebben dat Schuiling burgemeester was, ‘omgekeerde klassenjustitie’, noemt hij het.
Afgelopen september bracht NRC een uitgebreide reconstructie naar buiten. Daarin deelde de oud-burgemeester voor het eerst zijn kant van het verhaal. In het artikel kwam naar voren dat er maar één getuige (de vrachtwagenchauffeur die hem naar eigen zeggen had zien masturberen in zijn auto) was, waardoor de vraag rees of Schuiling wel veroordeeld had kunnen worden.
De advocaat gaf tijdens de zitting aan nieuwe getuigen te willen laten verklaren: politiechef Martin Sitalsing van de Politie Noord-Nederland, oud-hoofdofficier van justitie Diederik Greive en voormalig woordvoerder Hans Coenraads. De reden hiervoor: Greive en Sitalsing, zo bleek ook uit her NRC-artikel, zouden al bevooroordeelde uitspraken gebben gedaan, intern, tijdens het onderzoek. Sitalsing zou bijvoorbeeld ook al eerder een geheim rapport op hebben laten maken over Schuiling.
Op 14 januari gaat het proces in de aanloop naar het hoger beroep verder.




