Nieuws

Kamer van Koophandel: ‘Vindicat mag blijven; meer recreatie op Grote Markt'

Sport en spelmogelijkheden boven de winkels aan de Grote Markt. Zoiets ziet stafmedewerker F. Broersma van de Groningse Kamer van Koophandel wel zitten. Want: ‘We moeten er alles aan doen om die centrumfunctie van de Grote Markt te versterken.’ En studentenvereniging Vindicat mag wat hem betreft best blijven zitten. (Veel meer over de Grote Markt is te vinden op de site: http://www.grotemarktberaad.nl


Leestijd: 1 minuut

Natuurlijk moet er op de begane grond ruimte blijven voor winkels, want Broersma komt op voor de belangen van de ondernemers. Maar mogelijkheden om te recreëren maken de Grote Markt volgens hem aantrekkelijker. ‘Ook zou de markt iets kleiner gemaakt moeten worden, zodat je de beslotenheid kunt accentueren. Net als vroeger, want toen stond de Oostkant meer richting het Stadhuis.’Hij vindt het jammer dat de Groningers de parkeergarage onder de markt niet zagen zitten. ‘Auto’s zijn toch onontbeerlijk voor de bereikbaarheid van het centrum. Het gaat er niet om dat er meer parkeerplaatsen komen, maar kwalitatief betere parkeerplaatsen. De Naberpassage-garage heeft zijn tijd wel gehad. Nu hebben we hele andere ideeën over hoe een garage eruit moet zien. Maar er zal ook geïnvesteerd moeten worden in het openbaar vervoer.’‘Ik zou het goed vinden als er één plan komt voor de hele Grote Markt. Want de Oostkant is eigenlijk te saai. Of Vindicat kan blijven zitten? Wat mij betreft wel, al vind ik dat ze wel dat de begane grond een andere functie moet krijgen. De Noordkant mag wat mij betreft gesloopt worden, ik kan er weinig moois in ontdekken.’Eén onderdeel in het vorige Grote Markt-plan sprak Broersma in het bijzonder aan: de aanleg van een plein bij de Rodeweeshuisstraat. ‘Dat was een hele goede vondst, echt fantastisch. Ik hoop dat dat ook in het volgende plan wordt opgenomen.’ Tot nu toe verloopt het debat prima, vindt hij. ‘Het is goed dat de discussie verbreed wordt. Ik hoop dat we de tegenstellingen tussen voor- en tegenstanders achter ons kunnen laten en dat het plan straks breed gedragen wordt.’