Nieuws

In provincie Groningen mogen genetische aardappelen worden verbouwd door AVEBE

Het oost-Groningse zetmeelconcern AVEBE kan dit voorjaar veldproeven houden met het kweken van genetisch gemodificeerde aardappelplanten. Dat heeft de Raad van State bepaald.


Leestijd: 1 minuut

Het betreft een aardappel die door AVEBE zelf met behulp van biotechnologie ontwikkeld is. Het bedrijf heeft sinds september 2001 getracht toestemming te krijgen voor het houden van kleinschalige veldproeven met de teelt van deze aardappel. Februari vorig jaar liet vorige minister van VROM, Jan Pronk, weten in principe positief te staan tegenover het houden van de veldproef. Maar tegen de afgifte van een vergunning voor het ministerie van VROM werd vervolgens bezwaar gemaakt door milieugroeperingen die grote bedenkingen hebben tegen de ontwikkeling van genetisch gemanipuleerde landbouw.De Raad van State heeft dinsdag besloten de veldproefvergunning voor transgene aardappelen van zetmeelconcern AVEBE niet te schorsen. Dit betekent dat de kleinschalige veldproeven met de genetisch gemodificeerde amylopectine aardappelen kunnen starten.In een reactie laat AVEBE weten verheugd te zijn over de uitspraak. Het bedrijf heeft hoge verwachtingen van de genetisch gemanipuleerde aardappel omdat deze volgens haar een belangrijke bijdrage kan leveren aan een duurzame agro-industrie. De aardappelen bieden volgens het bedrijf milieuvoordelen in de verwerking en vormen geen risico voor mens en milieu. De aardappel en het zetmeel zijn bestemd voor technische toepassingen, zoals textiel en papier en zullen niet worden gebruikt in voedingsmiddelen en veevoer.Volgens Avebe zullen de veldproeven zullen met de grootst mogelijke zorg worden opgezet en zullen onder strenge voorwaarden worden uitgevoerd. De proeven krijgen een bufferzone om verspreiding te voorkomen, hebben samen een maximale omvang van vijf hectare en zullen plaatsvinden op negen geselecteerde percelen in Groningen en Drenthe. Met de veldproeven kunnen technische aspecten zoals zetmeeleigenschappen, ziekteresistentie en groeiopbrengst worden onderzocht.