Het onderzoek is gebaseerd op de GGD Groningen Gezondheidsmonitor Jeugd van 2019 en 2023, die wordt uitgevoerd onder jongeren op het voortgezet onderwijs. Het verband tussen aardbevingsschade en de negatieve effecten werd alleen gevonden in 2023. In 2019 was dit verband er niet.
Er was geen verschil tussen de jongeren die een beving meemaakten maar geen schade aan hun woning overhielden, en de niet-getroffen leeftijdsgenoten. De onderzoekers concluderen dus dat de negatieve gevolgen te wijten zijn aan de schade en de langdurige afhandeling daarvan. Mogelijk heeft de stress die de ouders door de aardbevingsschade ervaren ook effect op de kinderen. “Schade aan huizen dringt ook bij hen door in het dagelijks leven en raakt het vertrouwen in de toekomst van een nieuwe generatie”, zegt Dückers.
De onderzoekers benadrukken dat jongeren aandacht en ondersteuning moeten krijgen om blijvende schade aan hun gezondheid en toekomstperspectief te voorkomen.




