Nieuws

Gronings onderzoek: Angst voor de dood leidt tot groepsgedrag

Iedereen weet dat het leven eindig is, al staan de meeste mensen daar in de dagelijkse praktijk weinig bij stil. Doen ze dat wel, bijvoorbeeld in het geval van ziekte of terreurdreiging, dan heeft dat duidelijke gevolgen voor hun handelen. Mensen gaan aanzienlijk meer interesse tonen in grote groepen en passen zelfs hun mening aan om bij zo’n groep te horen, ontdekte Lennart Renkema. Het uit zich ook in het politieke stemgedrag. Renkema promoveert 5 maart 2009 aan de Rijksuniversiteit Groningen. Dat meldt de Rijksuniversiteit Groningen.


Leestijd: 3 minuten

Een van de grootste angsten van de mens is de angst voor de dood. Deze angst is, bewust of niet, vaak een drijfveer voor het gedrag en de gedachten van mensen in het dagelijkse leven. Aan de hand van verschillende experimenten toont Renkema aan dat mensen zich sterk conformeren aan de mening en opinie van de grote groep als ze herinnerd worden aan de dood. Bijvoorbeeld door terreuraanslagen, natuurrampen of een begrafenis.

Grote politieke partij
Een voorbeeld uit het onderzoek van Renkema is een fictief krantenbericht waarin werd voorgesteld dat bij parkeermeters voortaan enkel nog met een parkeerkaart betaald mag worden. Renkema: ‘Als dit voorstel van een politieke partij met veel aanhangers kwam, bijvoorbeeld VVD of PvdA, waren mensen het heel erg eens. Als het voorstel volgens het krantenbericht afkomstig was van een kleinere partij, waren de positieve reacties beduidend minder.’ Dit gold alleen voor de groep mensen die kort daarvoor herinnerd waren aan hun sterfelijkheid door kort tevoren de emoties en gedachten te moeten beschrijven die hun eigen dood bij hen oproept. De andere testgroep maakte de afweging ‘gewoon’ op basis van hun eigen mening.

Samenhangend wereldbeeld
Geconfronteerd worden met de dood is van grote invloed op de politieke keuze die mensen maken, stelt Renkema. In tijden van terreur hebben mensen grotere behoefte om te voeldoen aan de normen en waarden zoals deze voorgeschreven worden door de cultuur. Dit biedt een stabiel en samenhangend wereldbeeld, waardoor het gevoel van eigenwaarde toeneemt. Aangezien de opvattingen van grotere partijen over het algemeen gedeeld worden door meer mensen, genieten deze partijen in tijden van terreur een duidelijke voorkeur.

Meer stereotypen
Ook blijkt uit het onderzoek dat mensen meer positieve en negatieve stereotypen gebruiken wanneer ze herinnerd worden aan de dood. ‘Mensen willen graag begrijpen hoe de wereld in elkaar zit en gebruiken stereotypen om de situatie, wanneer deze ambigu is, te begrijpen‘, aldus Renkema.

Negatief groepsgedrag
Bij mensen die vanwege hun werk veelvuldig te maken hebben met terreurdreigingen is het belangrijk dat ze zich bewust zijn wat dit kan betekenen, meent Renkema: ‘Denk bijvoorbeeld aan mensen in het leger. Geconfronteerd met hun sterfelijkheid zullen ze nog sterker naar hun eigen legereenheid trekken. Daarbij ervaren ze hun eigen groep als veel aardiger en leuker dan alle andere groepen en oordelen ze negatief ten opzichte van personen buiten hun eigen eenheid. En dat terwijl ze – bijvoorbeeld tijdens een uitzending – juist open zouden moeten staan voor andere groepen als de plaatselijke bevolking.’

Behoeden voor angst
De belangrijkste reden voor dit meeloopgedrag is volgens Renkema vooral onzekerheid. ‘Deze effecten treden op omdat mensen hun angsten proberen te onderdrukken. Mensen voelen zich over het algemeen veiliger wanneer ze deel uitmaken van een groep. En in een groep krijgen mensen makkelijker informatie die hen kan helpen de situatie of omgeving te begrijpen om een stabiel wereldbeeld te vormen. Een belangrijk mechanisme om jezelf te behoeden voor angst voor de dood.’

Curriculum vitae
Lennart Renkema (Assen, 1980) studeerde psychologie in Groningen. Renkema promoveert tot doctor in de Gedrags- en Maatschappijwetenschappen bij prof.dr. N.W. van Yperen en prof.dr. D.A. Stapel. De titel van zijn proefschrift luidt: ‘Facing Death Together: Understanding The Consequences of Mortality Threats’. Renkema is universitair docent bij de vakgroep Sociale en Organisatiepsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen.