Nieuws

Soepele Groningers zijn bezorgd om milieu en stappen vaker in vliegtuig

Groningers zijn een bezorgd, maar niet erg principieel volkje.Ze maken zich, zoals het hoort, grote zorgen om het milieu, maar weten dat op handige wijze te combineren met het vaker gebruik maken van het vliegtuig. Dat blijkt uit een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen.


Leestijd: 2 minuten

Het merendeel van Groningers in de wijken de Wijert-Zuid en -Noord, Corpus den Hoorn en Hoogkerk maakt zich zorgen over de opwarming van de aarde, het stijgen van de zeespiegel en over vervuiling. Maar een keer per jaar met het vliegtuig op vakantie gaan, dat moet kunnen. Dit zijn een paar uitkomsten van een onderzoek door de opleiding Sociologie van de Rijksuniversiteit Groningen naar duurzaam handelen van Stadjers in een aantal wijken. Ruim vijftig studenten bevroegen hiervoor 510 mensen.

Het onderzoek is uitgevoerd onder leiding van dr. Marieke van der Wal, docent Sociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en een van de initiatiefnemers van het project. Een van de bevindingen is dat veel mensen zich verantwoordelijk voelen en denken dat ze kunnen bijdragen aan het stoppen van de opwarming. De verwachting is dan dat mensen daar ook rekening mee gaan houden. Het onderzoek bevestigt deze veronderstelling voor een deel.

Bij de dagelijkse dingen als het scheiden van afval, spaarlampen en verwarming lager zetten, is die samenhang er ook. Maar bij de afweging: hoe ga ik op vakantie en waarheen, spelen groene argumenten echter geen rol. Het onderzoek wijst uit dat mensen met de meeste kennis over duurzaamheid juist het verst vliegen. Dit heeft ook met de opleiding te maken. Hoogopgeleiden hebben meer kennis over het onderwerp. Deze mensen verdienen meer en kunnen dus vaker en duurdere vakanties nemen.

Het onderzoek geeft niet aan dat als mensen maar genoeg kennis hebben, ze zich vanzelf anders gaan gedragen. Overigens vindt bijna de helft van de ondervraagden dat in de eerste plaats de overheid het milieuprobleem moet oplossen.

Verder blijkt uit het onderzoek dat hoe positiever mensen denken over duurzaamheid en hoe ouder ze zijn, des te duurzamer ze het huishouden voeren. Ook geslacht speelt een significante maar bescheiden rol: vrouwen handelen duurzamer.

Verder was het opvallend dat mensen op de kennisvragen vaak ‘weet niet’ antwoordden. Zo geeft 40 procent aan niet te weten dat het led lampje minder energie verbruikt dan een halogeen lampje. En bij de vraag over het ‘nieuwe rijden’ waarmee brandstof bespaard kan worden, gaf een kwart van de mensen aan dit fenomeen niet te kennen. Nog eens 31 procent heeft hierop fout geantwoord. Algemene kennis over milieuvervuiling en over groene energie hebben mensen wel. Maar over de praktische dagelijkse dingen blijken de ondervraagden heel onzeker.