Nieuws

Groningen wil ook sluitingstijden horeca meenemen in breder onderzoek naar veiligheid binnenstad

De gemeente Groningen vindt dat ook de sluitingstijden voor de horeca moeten worden meegenomen in een onderzoek naar veiligheid in de binnenstad. Momenteel is Groningen een van de weinige steden in Nederland zonder sluitingstijden.


Leestijd: 1 minuut

In een interview met de krant NRC Handelsblad van zaterdag laat burgemeester Mirjam van ’t Veld weten dat de veiligheid in het uitgaansleven onder druk staat. Dat is al enige tijd het geval. Sinds begin van dit jaar huurt de gemeente Groningen horecastewards in om de sfeer in de openbare ruimte in het uitgaansgebied te verbeteren.

Deze inzet van horeca-stewards is onderdeel van een bredere aanpak om het uitgaansklimaat te verbeteren. De stewards worden sinds januari ingezet, het gaat om een pilot van een jaar. Daarna volgt een evaluatie. Maar tot nu toe is de gemeente heel tevreden over de stewards.

Omdat er momenteel harde cijfers ontbreken over het aantal incidenten in de binnenstad, komt er nu een onderzoek. Op basis daarvan willen gemeente Groningen, politie én horeca samen een plan van aanpak maken.

De gemeente Groningen heeft momenteel overigens al wel een redelijk beeld van dat wat zicht afspeelt in het uitgaansgebied, maar exacte cijfers ontbreken dus op dit moment. Het beeld is nu dat het aantal incidenten niet toeneemt, maar de ernst ervan wel.

Aanleiding voor het onderzoek is de behoefte vanuit de gemeente Groningen aan analyse van de huidige problematiek in het uitgaansgebied. Het onderzoek levert aanbevelingen op en moet tevens een antwoord geven op de vraag welke maatregelen passend zijn om het uitgaansklimaat te verbeteren.

De aanbevelingen en maatregelen worden uitgewerkt tot een actieplan “Veilig Uitgaan”, een samenwerking tussen gemeente, politie, horeca, en beveiligingsbranche.

In het interview met NRC zegt de burgemeester overigens geen mening te hebben over de vraag of het verstandig is om sluitingstijden in te voeren. “Daar heb ik geen opvatting over”, zo zegt ze.