Nieuws

Darmflora beïnvloedt effectiviteit immunotherapie bij huidkanker, blijkt uit Gronings onderzoek

Het microbioom, de collectie van micro-organismen die in onze darm leven, kan de effectiviteit van de behandeling van kanker met immunotherapie beïnvloeden. Dit blijkt uit onderzoek van onder andere het UMCG in Groningen. De resultaten van het werk zijn maandag gepubliceerd in het gezaghebbende Nature Medicine.


Leestijd: 2 minuten

Eerdere studies bij muizen en bij kleine groepen patiënten suggereerden al dat het microbioom door de invloed op het immuunsysteem een rol speelt in de reactie van patiënten op immunotherapie. Dit geldt in het bijzonder voor de behandeling van huidkanker (melanoom). Het doel van de maandag gepubliceerde studie was om hiervoor op zoek te gaan naar verder bewijs.

Het onderzoek werd jaren geleden geïnitieerd door Geke Hospers (medische oncologie) en Rinse Weersma (maag-, darm- leverziekten) van het UMCG en is inmiddels uitgegroeid tot grote Europese studie. Het is het uitgebreidste onderzoek dat tot nu toe is uitgevoerd naar het verband tussen de darmflora en immunotherapie.

Tot nu toe is immunotherapie effectief bij ongeveer de helft van de patiënten met een gevorderd melanoom. Aangezien er manieren zijn om de samenstelling van de darmflora aan te passen voordat een oncologische behandeling begint, kan dit in de toekomst van grote betekenis zijn voor het effect van deze behandelingen.

Bij het onderzoek waren naast het UMCG drie klinische centra in het Verenigd Koninkrijk en een in Spanje betrokken. "Daardoor konden we het het grootste cohort patiënten met melanoom en monsters van hun darmmicrobioom samenstellen", legt Laura Bolte uit, die al vroeg bij het onderzoek betrokken was. "Door dit onderzoek konden we vaststellen dat er inderdaad een verband bestaat tussen de samenstelling en functie van de darmflora en de effectiviteit van anti-tumorbehandeling met immunotherapie bij patiënten met huidkanker."

Volgens Bolte lijken in het bijzonder drie soorten bacteriën meer geassocieerd met een betere anti-tumorrespons. Het gaat om Bifidobacterium pseudocatenulatum, Roseburia spp. en Akkermansia muciniphila. De samenstelling van de darmflora is aan te passen. Dit kan bijvoorbeeld door voeding of door poeptransplantaties.

"Het fascinerende van onze resultaten is dat het impliceert dat als je de darmflora aan zou passen, de effectiviteit van een kankerbehandeling beter zou kunnen worden. Dit tonen we in deze studie nog niet aan, maar hier zijn al wel andere verkennende studies naar verricht met positieve resultaten en het is nu onderwerp van vele vervolgonderzoeken", zegt Rinse Weersma, een van de twee initiators van het onderzoek.

Volgens hem is het dan essentieel om de specifieke kenmerken van de darmflora die de effectiviteit van immunotherapie vergroten exact te bepalen en te begrijpen. De onderzoekers zijn ervan overtuigd dat deze vervolgstudies nieuwe mogelijkheden zullen bieden voor kankerbestrijding, zelfs voor tumoren in een gevorderd stadium.