Innovatie

Innovatiesubsidie voor Gronings onderzoek naar palliatieve zorg bij COPD

Longartsen Huib Kerstjens en Marlies van Dijk van het UMCG hebben een subsidie gekregen van bijna 400.000 euro van het Innovatiefonds Zorgverzekeraars. Het geld is bestemd voor onderzoek naar de verbetering van palliatieve zorg voor COPD-patiënten.


Leestijd: 1 minuut

Het onderzoek richt zich met name op een hardnekkige vorm van kortademigheid die aanhoudt ondanks de gebruikelijke behandeling. De Groningse artsen gaan na wat het effect is van opiaten als morfine en fentanyl in deze laatste fase van behandeling.

Er zijn in Nederland bijna 600.000 patiënten met COPD. Naar schatting zeven tot tien procent van deze patiënten heeft last van refractaire dyspnoe: een hardnekkige vorm van kortademigheid die aanhoudt ondanks gebruikelijke medicamenteuze en niet-medicamenteuze behandeling. Dit ziektebeeld heeft grote negatieve impact op de kwaliteit van leven.

Slechts een kwart van de patiënten met COPD die hiervoor in aanmerking komt, krijgt daadwerkelijk morfine of fentanyl voorgeschreven. Hierdoor is de palliatieve zorg bij patiënten met ernstig COPD niet optimaal. Artsen schrijven deze middelen zo weinig voor door gebrek aan wetenschappelijk bewijs, weerstand bij de patiënt en de angst dat het de ademhaling onderdrukt. Patiënten op hun beurt maken zich zorgen om bijwerkingen en angst voor verslaving.

Patiënten met COPD in tien Nederlandse ziekenhuizen worden gevraagd mee te doen aan het onderzoek. In totaal kunnen er zestig patiënten meedoen aan de twee jaar durende studie. Zij krijgen een behandeling met verschillende combinaties van morfine, fentanyl en placebo en houden zelf hun kortademigheid en eventuele bijwerkingen bij.

Via vragenlijsten wordt het effect van de behandeling op kortademigheid, kwaliteit van leven en angst bijgehouden. Hieruit moet het effect van de behandeling blijken en meer bekend worden of beter morfine dan wel fentanyl kan worden voorgeschreven.