De naam Gjaltema is in Groningen en ver daarbuiten een begrip. Het bedrijf werd in 1979 opgericht en groeide onder leiding van Koos Gjaltema uit tot een onderneming met zo’n 160 vaste medewerkers, een flexibele schil van 250 krachten, drie locaties, 800 hoogwerkers en 55.000 vierkante meter vastgoed op bedrijventerrein De Hoogte. “Toen ik laatst een rondleiding gaf, realiseerde ik me opnieuw: wat een gigantisch bedrijf heeft mijn vader opgebouwd.”
Patricia Gjaltema blijkt net als haar vader iemand van weinig woorden. “Een echte Groningse”, lacht ze bijna verontschuldigend. Nuchter ook. Bescheiden. “Het is vooral een kwestie van hele goede mensen om je heen verzamelen”, zegt ze over het afgelopen jaar. Het was een wijze les die haar vader nog vanaf zijn sterfbed meegaf.
Patricia groeide op tussen de steigers. Haar ouderlijk huis stond op geen 30 meter van de plek waar nu haar bureau staat. Dat ze ooit nog eens zelf aan die directietafel zou zitten had ze nooit verwacht. Niet van gedroomd ook. Sterker nog, als kind wilde ze eigenlijk helemaal niets van het bedrijf weten. Vond ze het maar ‘stom’ dat háár telefoonnummer op al die busjes en vrachtwagens stond.
Op haar 21e ging ze het huis uit, weg van de steigers. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Ze keerde terug en ging in verschillende functies in het bedrijf aan de slag. Troonopvolging? Dat was nooit een serieuze optie, tot een jaar of vier geleden. Haar vader was inmiddels de 65 gepasseerd en had kanker. Hij had zijn bedrijf al eens in de etalage gezet, maar zonder succes. “Er waren op een gegeven moment zelfs verregaande onderhandelingen maar je merkte aan alles: hij kon het niet loslaten. Het was zijn kindje.”
Patricia hakte de knoop door en besloot in de voetsporen van haar vader te treden. Maar, zo stelde ze, “wel op míjn manier.” Een tweede Koos Gjaltema kon en wilde ze niet worden. Lachend: “Mijn vader was het liefste met zijn handen bezig. Je vond hem vaker op de bouwplaats dan op het kantoor. En Jaarplannen, financiële cijfers, een meerjarenvisie? Hooguit krabbelde hij eens iets op een A4’tje. Hij deed op zijn gevoel en gaf bij wijze van spreken leiding vanaf de steiger.”
Patricia koos voor een andere koers. Met hulp van externe experts gooide ze de hele organisatiestructuur over de kop: niet langer een platte organisatie maar een bedrijf met twee werkmaatschappijen, nieuwe staffuncties en dus ook een MT. “Mijn vader heeft me dat in zijn laatste jaren echt op het hart gedrukt: zorg dat je goede mensen om je heen verzamelt.”
Gezond bedrijf
Het was een turbulent en hectisch eerste jaar, blikt ze terug. “Je bereidt je er jaren op voor maar toch: zo’n eerste periode zonder mijn vader was leeg: ik had geen vleugels meer waaronder ik kon schuilen.” En alsof dat nog niet genoeg was, zorgde de stikstofcrisis voor een grillige markt. “Overheden trapten op de rem bij het afgeven van vergunningen, investeringen werden uitgesteld en bouwprojecten kwamen stil te liggen. Het was alle hens aan dek, maar omdat we zo breed actief zijn – ook in de scheepvaart, datacenters en industrie – konden we de klappen opvangen. We zijn een gezond bedrijf.”
Uitdagingen zijn er nog steeds. Patricia wijst om zich heen. “We zitten in een pand uit de jaren ’60. Het hoofdkantoor is gedateerd. Daar moeten we wat mee, maar wat: nieuwbouw, renoveren?” Tegelijkertijd verandert de markt. Grote aannemers stellen hogere eisen aan veiligheid en certificeringen, en duurzaamheid speelt een steeds grotere rol. Patricia wijst op de emissievrije zones in binnensteden zoals Groningen en Amsterdam. “Een deel van ons wagenpark is al emissievrij, maar we zijn er nog niet.”
Om de komende jaren de noodzakelijke stappen te kunnen zetten, zocht Patricia de samenwerking met investeringsmaatschappij Gilde. “Het helpt ons de juiste investeringen te doen, geeft ons een sparringpartner en toegang tot een waardevol netwerk.”
En zo doet Patricia het op haar eigen manier. Zonder haar vader, die nog altijd op een grote foto in de hoek van haar werkkamer prijkt. Maar net als hij nuchter, zonder al te veel worden en zonder klagen. “De business gaat door.”