Onder de titel Nieuw licht – De Ploeg biedt het Groninger Museum vanaf 25 oktober een verdiepend perspectief op de roemruchte kunstbeweging die in 1918 in Groningen werd opgericht. In zeven zalen neemt het museum bezoekers mee langs het ontstaan, de context en de experimenten van De Ploeg-leden in de periode 1918–1930.
Bezoekers zien niet alleen schilderijen, maar ook grafisch werk, toegepaste kunst en samenwerkingen met schrijvers, musici en architecten. De presentatie werpt licht op de maatschappelijke rol van de kunstenaars, hun achtergrond, hun opleiding aan Academie Minerva, én de internationale invloeden die zij inbrachten.
In de tentoonstelling is werk te zien van onder anderen Jan Altink, Alida Pott, Johan Dijkstra, George Martens, Jan van der Zee, Wobbe Alkema, Job Hansen, Jan Wiegers en Hendrik Nicolaas Werkman. Een van de hoogtepunten is de invloedrijke ontmoeting van Wiegers met de Duitse expressionist Ernst Ludwig Kirchner in Zwitserland.
Nieuw licht – De Ploeg opent op zaterdag 25 oktober en zal daarna doorlopend te zien zijn.
Ploeg Museum Wehe-den Hoorn
In Wehe-den Hoorn, op het Hogeland, krijgt De Ploeg vanaf september ook een vaste plek buiten de stad. Het nieuwe Ploeg Museum opende in juli al voorzichtig de deuren, maar wordt in september officieel geopend. In dit museum staat de band tussen De Ploeg en het Groningse landschap centraal, met oog voor het platteland als inspiratiebron voor vele leden van de kunstkring.
Het museum biedt ruimte aan wisselende tentoonstellingen, educatieve programma’s en lezingen, en vormt een culturele aanwinst voor het noorden. Daarmee ontstaat een waardevolle aanvulling op het stedelijke perspectief in Groningen zelf, en krijgt het erfgoed van De Ploeg ook letterlijk een plek in het landschap dat hen zo inspireerde.
Met deze twee initiatieven, in de stad én op het platteland, krijgt De Ploeg opnieuw een groot podium , ruim honderd jaar na de oprichting.
Foto: George Martens, Stadsgezicht bij maanlicht, 1927. (Foto: Groninger Museum).