Het was voor Mollema weer een hele nieuwe gewaarwording om een tijdrit van meer dan 30 kilometer de rijden. Zo lang had hij nog nooit op een tijdritfiets gezeten en hij had er vooraf dan ook wel wat schrik voor. Gesteund door de goeie vorm, die hij de hele week al had laten zien en de aanwijzingen van ploegleider Frans Maassen bereidde Mollema zich voor. Ontspannen en voor iedereen die zich bij de bus meldde een woordje klaar. Om acht minuten over half zes was het dan zover en trok de 21-jarige zich in gang om 43 minuten en 46 seconden later over de finish te komen. Een gemiddelde van bijna 47 kilometer per uur. De winnaar van de tijdrit, de Duitser Tony Martin, was bijna vier minuten sneller en raasde met een gemiddelde van ruim 51 kilometer gemiddeld over de wegen van Bremen.
Martin is een pure specialist, die ten opzichte van de meeste renners een enorme voorsprong nam. Uiteindelijk zag Mollema de Spanjaarden Daniël Navarro en José Rujano nog voorbij komen in het algemeen klassement. Na afloop overheerste echter tevredenheid en optimisme over de prestatie van de eerste jaars prof e dat was terecht. Ten opzichte van de meeste concurrenten had hij zich keurig staande gehouden. Na zijn elleboogbreuk in de Ronde van Romandië begin mei is het seizoen toch anders verlopen dan gepland en is het voor de moraal een geweldige opsteker om te constateren dat de 1 meter 81 lange renner veel in zich heeft om tot goeie prestaties te komen. De ervaring van de afgelopen week neemt de intelligente allemaal mee in zijn bagage om er vooral later zijn voordeel mee te doen. Hij volgt ook zijn eigen koers, want daar waar de meeste Nederlandse profs er toch voor kiezen om in de buurt van België te gaan wonen, kiest Mollema ervoor om na het seizoen ergens in de stad een appartement te gaan betrekken.
Het seizoen is echter nog niet helemaal voorbij. Bijna een jaar na zijn eindzege in de Tour de L’Avenir koerst Mollema vanaf komende zondag in de Ronde van Polen. In deze Protour wedstrijd staan helaas weinig etappes op het programma die voor de klimmer de moeite waard zijn. Alleen de zesde etappe is voorzien van bergen. Verder zijn het vooral lange etappes van ver boven de 200 kilometer. Bondscoach Egon van Kessel heeft de prestatie van Mollema de afgelopen week ongetwijfeld op waarde weten te schatten en hij weet dat Mollema voor hem van waarde kan zijn in de ploeg die eind september het WK in het Italiaanse Varese gaat rijden. Eén ding is echter wel duidelijk Bauke Mollema wordt alleen maar sterker en gaat de wielerliefhebbers ongetwijfeld nog een hoop mooie dingen laten zien het komende decenium.
