Van de Straat zet zich in voor een genuanceerder en positiever beeld van dak- en thuislozen, zo vertelt hij in de Cityscoop, een uitgave van de Groningen City Club. En dat is hard nodig, zegt De Boer. Het stereotype beeld is hardnekkig: vieze kleding, lange baard, slecht gebit. Kortom, een onverzorgd uiterlijk. Terwijl je het overgrote deel van de dak en thuislozen je op straat niet als zodanig zal herkennen.
Het beeld van de onverzorgde dakloze is echt achterhaald, stelt De Boer. “Eigenlijk kan het iedereen overkomen. Je leeft een normaal of redelijk succesvol leven en dan slaat het noodlot toe: een scheiding, een overlijden, verlies van werk. Je financiële en woonzekerheid valt weg. Wie dan geen buffer heeft om bijvoorbeeld tijdelijk in een vakantiepark te verblijven, raakt al snel in de problemen.”
Dakloos door een scheiding
Volgens De Boer ligt in zo’n 60 procent van de gevallen een ingrijpend ‘life event’ aan de basis van dakloosheid. Deze mensen zijn geholpen met een woning en niet met een zorg-of opvanginstelling. Het woningtekort verergert de situatie. “Als je geen geld hebt voor een tijdelijke woonplek, waar moet je dan heen? Huurwoningen zijn er nauwelijks. Ook al heb je een sociaal netwerk, je kunt niet eeuwig op iemands bank slapen. Voor je het weet sta je op straat.” Vandaar gaat het snel berg afwaarts.
Het aantal permanente opvangplekken is beperkt. Provinciebreed zijn er zo’n 120, waarvan ongeveer 75 in de stad Groningen. En het gemiddelde verblijf schommelt rond de 8 à 9 maanden. Het tekort is zichtbaar op straat. In onder andere de Gele Loper is het aantal dak- en thuislozen toegenomen, net als de overlast.
De Boer spreekt van ‘maatschappelijke verdringing’: plekken in de opvang worden deels bezet door mensen die alleen een woonprobleem hebben, waardoor mensen met een zorgbehoefte op straat belanden.Een snelle oplossing is er niet, benadrukt De Boer. “Het is een systeemprobleem. Wat we nu zien is het resultaat van politieke keuzes van jaren geleden die hebben geleid tot minder woningbouw, wachtlijsten in de zorg en minder bedden in de geestelijke gezondheidszorg; het hangt allemaal samen.”
Op de lange termijn is meer woningbouw de oplossing. Voor de korte termijn ziet De Boer kansen in het ombouwen van leegstaand vastgoed tot woonruimte. Ook hospita-verhuur zou een bijdrage kunnen leveren. “Er zijn genoeg mensen met een kamertje over. Daarnaast zou het goed zijn de mogelijkheden van een flexibel woningaanbod uit te breiden. Geen containers, maar mooi ingepaste tijdelijke woonunits.”
“Geen enkele dakloze heeft hiervoor gekozen”
Wat ondernemers kunnen doen? Vooral begrip tonen, zegt De Boer. “Besef: geen enkele dakloze heeft hiervoor gekozen.” De stichting werkt momenteel aan een chatbot waar dak- en thuislozen, hun omgeving en dus ook ondernemers terecht kunnen met vragen. “Het zou geweldig zijn als ondernemers straks helpen om die bekendheid te geven. Bijvoorbeeld met een QR-code op het raam, die mensen zonder vaste woon of verblijfsplaats dan kunnen scannen.”
Voor Van de Straat is het werk voorlopig niet klaar. “Er is nog een wereld te winnen. Ons doel blijft: zorgen voor een eerlijker beeld van dak- en thuislozen.”