Nieuws

PvdA raadslid: Wethouders zijn de baas in Groningen, en niet de hoge ambtenaren

Het Groningse gemeenteraadslid Bert Oost (PvdA) heeft even genoeg van gedoe over de relatie tussen de wethouder van ruimtelijke ordening en de dienst ruimtelijke ordening in Groningen. Dat betoogt Oost in het PvdA-blad ‘Onze Binding’. Daarin gaat hij in op kritiek op de Groningse dienst ROEZ, die volgens critici te veel invloed zou hebben.


Leestijd: 2 minuten

Volgens Oost is enige kritiek op die dienst misschien best terecht, maar door alle kritiek wordt bijna vergeten dat Groningen enorm heeft geprofiteerd van haar ruimtelijke ordeningsbeleid. Bovendien was het beslist niet zo dat topambtenaren in Groningen afgelopen decennia hier de dienst uit maakten: juist dankzij toenmalige pittige wethouders als Ypke Gietema en Max van den Berg kon de macht van wat vroeger wel de ‘Keizers van het Zuiderdiep’ werd genoemd, worden ingeperkt. En Groningen heeft ook nu nog weer een prima ruimtelijk ordeningsbeleid dankzij de huidige wethouder Frank de Vries, een beleid dat in het belang van de stad moet worden voortgezet, zo meent hij.

Oost: "Wat ik persoonlijk erg moeilijk vind, is de discussie die vervolgens (via de krant) plaats vindt. En dan gaat het eigenlijk al niet meer over het dossier SoZaWe maar veel meer over het functioneren van college en fractie en de frustraties van deze en gene over bijvoorbeeld de relatie tussen wethouders en dienst. Nu kom ik nog wel eens in de wijk het Hoornse Meer en zie ik het kleine ‘monumentje’ op het pleintje op de hoek van de W. Dreesstraat en R. Schumannstraat.”

”Deze steen symboliseert voor mij wel een beetje hoe wij als Partij van de Arbeid zijn omgegaan met een belangrijk dossier als de sociale huisvesting. Toen men bij de voorganger van de dienst ROEZ begon na te denken over een nieuwe wijk aan het water in het zuiden van de stad, was het als vanzelfsprekend dat aan de randen van het water dure koopwoningen zouden worden gebouwd. Het werd een gevecht tussen onze wethouders en de toenmalige dienst om juist aan de rand van het water ook sociale huurwoningen te bouwen. Tot dat moment deden de wethouders meestal wat de directeuren nodig vonden om te doen. Niet voor niets werden deze directeuren in de wandelgangen aangeduid met de ‘de Keizers van het Zuiderdiep’. Met Max van den Berg en Ypke Gietema werd daar een gigantische ommezwaai in bereikt."

"Bestuurders besturen de stad en niet de hoge ambtenaren van de diensten. Natuurlijk bracht dat ook een verandering in de relatie tussen wethouder en dienst met zich, een relatie die heel veel goede dingen voor de partij en voor de stad heeft gebracht. Maar zoals het met alle relaties geldt, ze zijn aan erosie onderhevig en dat vraagt om bijstelling.”

”Ik heb sterk de indruk dat het college en in het bijzonder Frank daar heel erg mee bezig is. Maar dit alles wel in het belang van de stad. En daarmee zou ik nog eens willen onderstrepen dat de doorgaande lijn in het beleid van de stad heel erg positief heeft uitgepakt. En dat is toch voor een belangrijk deel de verdienste van onze club en de lieden met wie onze club altijd heeft samen gewerkt en nog steeds samen werkt!’’