Nieuws

Onderzoek RUG: ‘Onderwijs was vroeger echt niet veel beter’’

Er wordt wel vaak beweerd dat de vroegere onderwijstypes als HBS en M.M.S veel beter waren dan het huidige onderwijssysteem. Onder meer Pim Fortuyn beweert dat. Maar uit een onderzoek aan de RUG blijkt dat het in de goede oude tijd echt niet zoveel beter was.


Leestijd: 2 minuten

Discussies over basisvorming in het middelbaar onderwijs en de overladenheid van de studieprogramma’s zijn niet nieuw, blijkt uit het promotieonderzoek van onderwijskundige Hilda Amsing. “Tussen 1863 en 1920 werd door leraren een onderwijshervorming voorgesteld”, zegt Amsing, “waarbij de overladenheid van het studieprogramma één van de problemen was waaraan tegemoet moest worden gekomen.” Amsing promoveert 21 maart 2002 op haar proefschrift aan de Rijksuniversiteit Groningen.Amsing onderzocht het onderwijssysteem, de leerplannen en het vak geschiedenis van het openbaar onderwijs aan het gymnasium, de vijf- en driejarige hogere burgerschool (h.b.s.) en de middelbare meisjesschool (m.m.s.), tussen 1863 en 1920. Hiervoor bestudeerde ze de officiële neerslagen van politieke discussies, wetten en Koninklijke Besluiten, vaktijdschriften voor leraren, programma’s van scholen en schoolboeken voor geschiedenis.”Het was de bedoeling dat de vijfjarige h.b.s. en het gymnasium een heel verschillende identiteit zouden krijgen”, aldus Amsing, “maar deze scholen gingen in de periode 1863-1920 steeds meer op elkaar lijken.” Dit blijkt onder meer uit haar vergelijking van het vak geschiedenis. “Het gymnasium en de vijfjarige h.b.s. gebruikten vaak dezelfde boeken” zegt Amsing. “Verder bleek dat het gymnasium net als de vijfjarige h.b.s. veel aandacht besteedde aan moderne geschiedenis en dat op de vijfjarige h.b.s. de oude geschiedenis niet werd vergeten”. De vijf- en de driejarige h.b.s. gingen steeds minder op elkaar lijken, waardoor de driejarige h.b.s. een heel eigen gezicht ontwikkelde.De m.m.s. nam bij de ontwikkeling van haar identiteit voor de eeuwwisseling de vijfjarige h.b.s. als referentiepunt en erna het gymnasium. De m.m.s. richtte zich eerst op het ideaal van de ontwikkelde moeder en vervolgens op economische zelfstandigheid. Amsing: “Na de eeuwwisseling gingen feministen en psychologen de nadruk leggen op de eigen aard van de vrouw, waardoor vrouwelijke vorming voorop kwam te staan. Om hieraan tegemoet te komen werd het gymnasium het meest geschikt geacht als voorbeeld voor de m.m.s.”. (Bron: www.rug.nl)