Nieuws

Nieuw licht op afstoten getransplanteerde organen

De bloedvatvernauwing die leidt tot het afstoten van getransplanteerde organen, wordt niet veroorzaakt door cellen van het donororgaan, maar door cellen van de ontvanger. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van de Groningse bioloog J. Hillebrands.


Leestijd: 1 minuut

Op de lange termijn verliest dertig tot vijftig procent van de getransplanteerde harten, nieren en longen zijn functie door een bloedvatvernauwing in het nieuwe orgaan. Uit Hillebrand’s experimenten met dieren blijkt dat niet cellen uit het donororgaan, maar van de ontvanger zelf dit proces veroorzaken. ,,Het lichaam van de ontvanger probeert dus bij de transplantatie zelf de beschadigde vaten van het donororgaan te herstellen. Dat is goed, maar later loopt deze herstelreactie volkomen uit de hand”, zegt Hillebrands.De promovendus signaleert drie risicofactoren: de afstotingsreactie tijdens de transplantatie zelf, infectie met het herpesvirus CMV en genetische aanleg van de ontvanger. ,,Een goede mogelijkheid voor orgaanoverleving op de langere termijn is het volledig voorkomen van de acute afstotingsreactie”, zegt Hillebrands. Het bleek in het onderzoek niet mogelijk een blijvende tolerantie voor het nieuwe orgaan op te wekken door het lichaam voor de transplantatie alvast te laten wennen aan enkele ‘vreemde’ cellen.