Nieuws

Hoe Merthe's Facebookfeestje van Haren een spookdorp maakte

Het is half twee ’s nachts. In de Stationsweg is het rustig. Politieagenten houden de wacht. De regen komt met bakken uit de lucht. Ik loop, samen met mijn collega, naar mijn auto, nog geen 200 meter van het huis van de jarige Merthe. We passeren een auto, op de kop, helemaal uitgebrand. Die van mij staat er nog, gelukkig. Op straat is het stil. Een paar uur daarvoor was dat wel anders.Het is half twee ’s nachts. In de Stationsweg is het rustig. Politieagenten houden de wacht. De regen komt met bakken uit de lucht. Ik loop, samen met mijn collega, naar mijn auto, nog geen 200 meter van het huis van de jarige Merthe. We passeren een auto, op de kop, helemaal uitgebrand. Die van mij staat er nog, gelukkig. Op straat is het stil. Een paar uur daarvoor was dat wel anders.Het is half twee ’s nachts. In de Stationsweg is het rustig. Politieagenten houden de wacht. De regen komt met bakken uit de lucht. Ik loop, samen met mijn collega, naar mijn auto, nog geen 200 meter van het huis van de jarige Merthe. We passeren een auto, op de kop, helemaal uitgebrand. Die van mij staat er nog, gelukkig. Op straat is het stil. Een paar uur daarvoor was dat wel anders.


Leestijd: 5 minuten

Door uw GIC-verslaggever

We rijden, met een omweg, Haren uit. Op elke hoek van de straat staat een ME-busje. Bomen liggen om, de straat ligt bezaaid met glas en stenen. In het centrum is het een ravage. De ‘feestende jongeren’ hebben een puinhoop achtergelaten.

Terug naar eerder op de avond. Zo rond 18.00 uur staan ongeveer 100 jongeren, Harenaars, kinderen en ouderen op de hoek van de Stationsweg. Merthe is dan al weg. Haar straat is afgesloten met een paar simpele dranghekken. Eén agent staat er bij. De sfeer is jolig. Iedereen komt een kijkje nemen. Jonge patsertjes rijden langs in hun gepimpte auto: keer op keer met harde muziek.

Bij het station is het dan rustig. Een trein arriveert en na een snelle inschatting tel ik ongeveer 25 feestgangers. De rest is student en komt thuis. Vier agenten staan de groep op te wachten. Een groepje persfotografen staat grapjes te maken. ,,Om acht uur zijn we weer thuis, dit wordt niks.”

Terug bij de Stationsweg is de massa rond half acht al wat groter geworden. Ze zingen liedjes: ,,Waar is dat feestje? Hier is dat feestje!” Of: ,, Merthe bedankt! Merthe bedankt!” De eenzame agent heeft gezelschap gekregen van ongeveer twintig collega’s. De sfeer wordt grimmiger en de stroom aan mensen houdt onophoudelijk aan. Ze komen vanuit alle hoeken en gaten. ,,Je hoeft de stroom maar te volgen. En nee, op het station wordt je niet tegengehouden", zegt een jongen die met de trein naar Haren is gekomen.

De Albert Heijn is tot iets na achten gewoon open. Het bier vliegt de winkel uit. ,,Maar we hebben genoeg hoor”, zegt een vulploegmedewerker.

Het duurt niet lang of duizenden mensen staan in de omgeving van de Stationsweg. Een van hen klimt een dak van een huis op. De menigte juicht hem toe. Verderop hangt iemand in een lantaarnpaal. Her en der onploft een vuurwerkbom of schiet een pijl de lucht in. Bij de Stationsweg zwelt het geluid aan. De liedjes worden onvriendelijker. Escalatie hangt in de lucht. Dranghekken vliegen door de lucht.

De mensenmassa komt in beweging. Paniek breekt uit en iedereen rent alle kanten uit. Ik ren mee, laat me voeren door de massa. Relschoppers richten het vizier tuinen en schuurtjes. De ME voert charges uit en gebruikt daarbij traangas. De menigte wordt opgedreven en de politie hoopt dat de groep zo uiteen valt. Een flink deel zoekt zijn weg, een behoorlijke groep trekt het centrum in. Af en toe rustig lopend, af en toe rennend, opgejaagd door de ME. De Albert Heijn is inmiddels geplunderd. Gelukkig, ik tref mijn collega weer, die hachelijke momenten in een tuin van een villa heeft meegemaakt.

We lopen naar het gemeentehuis. Daar praat een woordvoerder van de hulpverleningsdienst ons bij. ,,Het is erg, het loopt uit de hand. Nee, de burgemeester kun je niet spreken, die zit in crisisberaad.” Terwijl hij dat zegt, stapt de Groningse korpschef Oscar Dros het gemeentehuis binnen. Hij houdt zijn mond dicht.

Wij lopen richting het centrum. Voor bij de kerk, het is inmiddels rond 11 uur, is het eigenlijk wel gezellig. En gemoedelijk: mensen staan rustig met een pilsje een beetje te dansen op muziek uit meegebrachte ghettoblasters. In de Kerkstraat is het rumoerig. De harde kern van relschoppers schijnt daar tegenover de ME te staan.

Geruchten over doden druppelen binnen. Eerst één, dan twee. Later zelfs drie. Ze blijken uiteindelijk onwaar.

We lopen wat heen en weer. Teruggaan is geen optie. De ME heeft gebied rond de Stationsweg hermetisch afgesloten. Mijn auto staat er. Hoe ik thuis kom? Geen idee.

We komen een bekende tegen en gaan met hem een restaurant binnen. Daar staat Rutger Castricum van Pownews. Hij kan zich buiten niet meer vertonen. ,,Op een gegeven moment was ik alleen maar blikjes bier aan het ontwijken.“ Opgelucht omhelst hij zijn cameraman, die even later binnen komt lopen. ,,Een uitzending hebben we niet gemaakt. Ik zou niet weten waar onze straalwagen is”, zegt Rutger.

Een voor een hangen we onze telefoon aan een lader. We staan bijna in constante verbinding met onze opdrachtgever en van de accu is maar weinig over.

We gaan nog een paar keer richting de kerk. De sfeer slaat voelbaar om. Voorbijrijdende politiebusjes worden bekogeld met bierflesjes. Jongeren hangen in lantaarnpalen, stichten vuurtjes en de ME komt steeds dichterbij. Ineens zie ik in mijn ooghoeken een peloton ME’ers richting de kerk lopen. We weten nog net het restaurant te bereiken, voordat zij de Kerkstraat volledig leeg hebben geveegd.

Relschoppers vliegen alle kanten op. Zeker tien Qbuzz-bussen rijden vanuit de Rijksstraatweg met hoge snelheid voor ons langs. Allemaal hebben ze gesneuvelde ruiten. Even later ziet het zwart en blauw van politie en ME. Het centrum van Haren is leeg en de laatste paar honderd relschoppers worden in de richting van Groningen gedreven. Even zijn we bang dat ook onze schuilplek doelwit wordt. Gelukkig weet de ME een groep jongeren voldoende angst in te boezemen.

Wij drinken nog wat, zien het op straat steeds rustiger worden en wagen ons rond een uurtje of één weer de straat op. Winkelruiten liggen in puin, etalages zijn geplunderd, rookdampen trekken omhoog. ME’ers lopen door het dorp en we maken een praatje. ,,Er zitten een paar jongens bij die al heel wat hebben meegemaakt. Maar zo erg als dit?”, zegt een vrouwelijke ME’er. We vinden mijn auto en maken nog een rondje voordat we koers zetten naar Groningen.

Dat Project X uit de hand zou lopen, hadden we voorspeld. Maar dat het zo erg zou worden, daar was niemand op voorbereidt. Het regent en Haren is veranderd in een spookdorp.