Nieuws

'Hervormden stempelden Nederlandse natie'

De rol die de grootste kerk in de negentiende eeuw, de Nederlandse Hervormde Kerk, bij de vorming van de Nederlandse natie heeft gespeeld, heeft tot nu toe weinig aandacht gekregen. Toch heeft die kerk de betrokkenheid van de Nederlanders bij het openbare leven bepaald. Historicus Annemarie Houkes vult de leemte met haar proefschrift Christelijke vaderlanders, waarop ze volgende week donderdag aan de Rijksuniversiteit Groningen promoveert.


Leestijd: 1 minuut

Kerk en religie en niet de politiek vormden volgens Houkes in de negentiende eeuw de kern van het maatschappelijk leven. De hervormden, bij wie orthodoxe gelovigen de overhand hadden, schiepen het ideale beeld van een burger, in wie religie en maatschappelijke betrokkenheid met elkaar werden verbonden. Zij noemden dat christelijk vaderlanderschap.

Christelijke vaderlanders uitten hun maatschappelijke betrokkenheid door zich actief met zending, evangelisatie en sociaal werk bezig te houden. Dat manifesteerde zich in het ‘redden’ van de medemens: armen, dronkaards, prostituees en niet-gelovigen. In de loop van de tweede helft van de negentiende eeuw ontwikkelden de hervormden zich tot een brede beweging. Een belangrijke rol speelden de zogeheten zendingsfeesten, grote manifestaties in de zomer, waar duizenden hervormden bijeenkwamen en die volgens Houkes het best vergelijkbaar zijn met moderne festivals als Lowlands en Pinkpop.

Dat de rol van de hervormden, die in 2004 opgingen in de Protestantse Kerk in Nederland, zo is verwaarloosd, wijt Houkes aan de volgens haar overdreven aandacht voor Abraham Kuyper en de gereformeerden. Die voelden een sterke drang om hun uittreden uit de Hervormde Kerk in 1886 te legitimeren. Zij waren sterk op verzuiling gericht. Dat leefde bij de hervormden veel minder. Zo stuurden veel hervormden hun kinderen niet naar de christelijke, maar naar de openbare school.