Nieuws

Groningse wethouder: ‘Scholieren inderdaad veel te zwaar belast’

De Groningse wethouder van onderwijs José van Schie (PvdA) is het eens met scholieren die vorige week demonstraties organiseerden tegen de te hoge werkdruk. De scholieren vinden althans dat ze veel te veel uren door moeten brengen op school en dat ze amper tijd overhouden voor zichzelf of voor hobby’s. De wethouder is voor de scholieren in de bres gesprongen en heeft een brief gestuurd aan staatssecretaris Van Bijsterveldt namens de besturen en directies van de Groninger scholen voor voortgezet onderwijs. Hieronder de brief:


Leestijd: 3 minuten

‘Leerlingen van de Groninger scholen voor voortgezet onderwijs hebben vorige week in de stad twee keer een protestbijeenkomst georganiseerd tegen de maatregelen, die de scholen genomen hebben om aan de wettelijke norm voor onderwijstijd te voldoen. Zij geven aan dat deze maatregelen ertoe leiden dat de schooldagen te lang worden, lestijden verlengd zijn, er veel tussenuren zijn en excursies zijn vervallen ofwel verplaatst naar de vakantie. Zij vragen zich af of deze maatregelen de kwaliteit van het onderwijs ten goede komen. We begrijpen de kritiek van deze leerlingen heel goed: het wringt namelijk ook bij onze scholen, net zoals bij veel andere scholen voor voortgezet onderwijs in het land.’
Nieuwe norm stelt onmogelijke eisen

Wij zijn van mening dat de huidige onderwijstijdnorm onmogelijke eisen stelt aan de grote meerderheid van de scholen. Deze staat een goede kwaliteitsdiscussie in de weg en leidt tot averechtse effecten. De norm voor onderwijstijd draagt bovendien amper bij aan de kwaliteit van onderwijs; vaak is zelfs het omgekeerde het geval.

Het effect van de wettelijke eis is, dat leerlingen zwaarder worden belast, roosters worden opgerekt en dat scholen algemeen vormende, culturele en sportactiviteiten schrappen. Als scholen de onderwijstijd ook nog daadwerkelijk willen realiseren, dan zullen zij bovendien een groot deel van de lessen, die wegens ziekte uitvallen, moeten vervangen. Los van de vraag of er voldoende bekwaam en bevoegd personeel beschikbaar is om het verzuim op te kunnen vangen, krijgen scholen maar een financiële vergoeding van 2,07 procent voor verzuimvervanging, terwijl het gemiddelde verzuimcijfer in het onderwijs 5 procent bedraagt. Scholen hebben onvoldoende geld om te voldoen aan deze vervangingsvraag. Wij pleiten daarom voor een haalbare minimumnorm die een echte bijdrage levert aan de kwaliteit van het onderwijs. Tegelijkertijd pleiten wij voor een zodanig helder geformuleerde omschrijving

van het begrip ‘onderwijstijd’, dat ook de onderwijsinspecties landelijk één lijn kunnen trekken. Ervaringen van collega’s leren ons namelijk dat dit nu volstrekt niet het geval is.
Gelet op het bovenstaande begrijpen wij dan ook niet, dat u hebt aangekondigd (19 okt. jl.) dat het ministerie scholen, die niet aan de 1040-urennorm voldoen, streng zal aanpakken met verscherpt inspectietoezicht en zelfs boetes.
Onderwijstijd in dienst van kwaliteit
Wij onderschrijven het belang van voldoende – ook en vooral in kwalitatief opzicht -onderwijstijd en erkennen dat in het verleden te gemakkelijk lessen zijn uitgevallen ten behoeve van vergaderingen of proefwerkweken. De scholen hebben het afgelopen jaar daarom actief maatregelen genomen om de wettelijke onderwijstijdnorm van 1040 uur zo goed mogelijk te benaderen. Zo zijn toetsweken afgeschaft, is er minder vergadertijd gepland, wordt er voor en na de zomervakantie langer en meer lesgegeven en zijn culturele excursies beperkt of zelfs afgeschaft. Toch slaagt bijna geen enkele school erin om een zodanige en verantwoorde planning te maken, dat aan de norm van 1040 uur voldaan wordt. Om te voldoen aan de eis van 1040 uren geplande onderwijstijd is extra geld nodig. Terecht zijn de vakbonden de mening toegedaan, dat een bedrijf dat langer open is, daarvoor meer personeel moet aanstellen. Helaas voorziet de bekostiging van het onderwijs daar niet in! En dan hebben we het dus nog niet over de te realiseren onderwijstijd…..

Gelukkig zijn er ook positieve punten te noemen. U lijkt bereid de vakantiespreiding mee te nemen in de bepaling van de gerealiseerde onderwijstijd en het criterium dat ‘een onderwijsactiviteit voor alle leerlingen verplicht moet zijn om mee te kunnen tellen voor onderwijstijd’ te willen versoepelen. U wilt graag met de sector komen tot een gezamenlijke Kwaliteitsagenda Voortgezet Onderwijs. Dat initiatief juichen we van harte toe. Want alleen dan wordt de discussie over onderwijstijd in het juiste perspectief geplaatst: kwaliteit van onderwijs, voor leerlingen en personeel! In dat geval kunt u op ons rekenen!
Wij hopen op een positieve reactie uwerzijds en zijn graag bereid tot nader overleg.
Namens de besturen en directies van de Groninger scholen voor voortgezet onderwijs,

Wethouder Onderwijs Groningen


José van Schie