Nieuws

Groningse kandidaat Lijst Pim Fortuyn: ‘Asielzoekers oorzaak fileprobleem’

Er is in Groningen een nieuwe Pim Fortuyn opgestaan. Het gaat om de 52-jarige Jan van Aartsen, de enige Groninger die op de Lijst Pim Fortuyn staat. Twee redacteuren van het blad ‘Neon’ van de opleiding journalistiek aan de RUG spraken met hem. Volgens Van Aartsen zijn de asielzoekers de schuld van het fileprobleem in Nederland.


Leestijd: 4 minuten

GRONINGEN – ‘Ik heb altijd voorspeld dat Pim met een eigen lijst 35 zetels zou halen.’ De 52-jarige Jan van Aartsen is de enige Groninger op de Lijst Pim Fortuyn. Zelf staat de ondernemer op nummer 32. Hij vindt het niet erg als hij niet in de Tweede Kamer komt, maar als het lukt zal hij zijn ‘stinkende best’ doen.Acht jaar geleden was hij voor het eerst politiek actief bij D66. Al snel bleek dat het daar niet klikte en Van Aartsen stapte uit de partij. Na het eerste congres van Leefbaar Nederland werd hij daar lid, maar ook hier voelde hij zich niet thuis. Hij liet zijn lidmaatschap verwateren, tot Pim Fortuyn lijsttrekker werd. ‘Ik heb Pim toen wel een mailtje gestuurd, dat hij beter zijn eigen partij op kon richten.’ Toen dat gebeurde, werd Van Aartsen coördinator van de kieskring Groningen. Hij verzamelde handtekeningen voor de lijst Fortuyn en werd drie weken geleden in Rotterdam gevraagd als kandidaat op de lijst. ‘De inbreng van de kandidaten is nu nog nul, maar dat komt omdat hij in korte tijd een programma en een lijst samen moest stellen. Bovendien kent iedereen zijn gedachtegoed al. We moeten een duidelijke lijn hebben en het is belangrijk dat we achter Pim staan.’Op de Lijst Fortuyn staat maar één kandidaat met politieke ervaring, maar dat is volgens Van Aartsen geen probleem. ‘Het gebrek aan ervaring zie ik eerder als een voordeel dan een nadeel. Dan kun je juist fris en onafhankelijk denken.’ Van Aartsen noemt de mensen op de lijst een groep enthousiaste vrijwilligers. ‘We zijn allemaal bezorgd over de situatie in Nederland. De zittende politieke partijen creëren meer problemen dan ze oplossen.’De manier waarop ouderen behandeld worden in Nederland, treft Van Aartsen zeer. ‘Ik vind het echt een schande dat we de mensen die Nederland opgebouwd hebben in de steek laten’, zegt Van Aartsen lichtelijk geëmotioneerd. ‘Loyaliteit vind ik erg belangrijk, ik laat nooit zomaar mensen vallen. Sommige bejaarden die de crisis, de oorlog en de wederopbouw hebben meegemaakt, lijken nu in een achterwijk van Istanboel te wonen, zonder dat ze verhuisd zijn.’De belangrijkste oorzaak van de problemen is volgens Van Aartsen dan ook het grote aantal asielzoekers in Nederland. ‘Veel problemen hangen daarmee samen, zoals wachtlijsten in de zorg, criminaliteit, onderwijs en files. Een vriend van mij is arts en die zegt dat asielzoekers veel vaker medische zorg nodig hebben, terwijl het aantal huisartsen daalt. Al deze problemen stijgen ons boven het hoofd en daarom moeten de grenzen zo snel mogelijk dicht.’Van Aartsen houdt wel van de standpunten die we al kennen van Fortuyn. Ook volgens hem is de multiculturele samenleving mislukt, net als overal ter wereld. ‘Volgens een Israëlische defensiedeskundige zal het in West-Europa en de VS net zo mis gaan als in Joegoslavië. De verschillende bevolkingsgroepen zullen elkaar afslachten. Als dat gebeurt gaan de Turken wel naar huis, want ze hebben toch allemaal een huis in Turkije. Ik zeg niet dat er zo’n oorlog komt, maar het is wel een risico’, waarschuwt Van Aartsen terwijl hij zijn vierde sigaret opsteekt.De verschillen tussen de bevolkingsgroepen zijn niet zozeer een kwestie van cultuur of godsdienst, meent Van Aartsen, leunend op de tafel. ‘Het gaat om volkskarakter en –mentaliteit. Daar is verder niks aan te doen, want dat is genetisch bepaald. Als dat botst, moet je mensen niet bij elkaar in één land zetten. Dat gaat overal mis en dat zal hier ook mis gaan. Nederland heeft dat multi-etnische nooit gekend. De autochtone Nederlanders vormen een homogene groep.’Dat volkskarakter zou ook verklaren hoe de verschillen in welvaart in de wereld tot stand zijn gekomen. Van Aartsen heeft hier zo zijn eigen pregnante mening over. Zo speelt volgens hem het klimaat daarbij ook een rol. ‘In Nederland moesten mensen de winter doorkomen en bepaalde zaken regelen waar ze pas later profijt van zouden hebben. De overstromingen dwongen ons tot samenwerking om dijken te bouwen. In Afrika plukken ze gewoon een banaan van de boom als ze honger hebben. Dan leer je niet vooruit te plannen, een essentiële factor in economische groei. Het is dus onzin dat rijkdom oneerlijk verdeeld is, dat ligt aan de mensen zelf.’Voor de derde keer tijdens het gesprek gaat de telefoon van Van Aartsen. Nog niet helemaal gewend aan de plotselinge drukte, handelt hij het telefoontje snel af. Ontwikkelingshulp vanuit de overheid vindt Van Aartsen onzin. ‘Daar heb ik Pronk niet voor nodig. Als ik wat voor de Derde Wereld wil doen, dan koop ik Max Havelaar-koffie. Dat moeten mensen zelf kunnen bepalen.’ Ook op andere terreinen besluit de overheid teveel voor de burgers. ‘Neem nou zo’n project als de Euroborg. Bedrijven wilden er niet aan beginnen, omdat zij al zagen dat het niet uit kon. Toch drijft de politiek zijn zin door. Laatst sprak ik in een pizzeria twee FC Groningen-supporters en die wilden helemaal geen nieuw stadion. Maar hen werd niks gevraagd.’ (Met dank aan ‘Neon’)