Nieuws

Groninger Museum moet schilderij teruggeven

Het Groninger Museum moet een schilderij teruggeven aan kleinkinderen van de erfgename van de vroegere eigenaar van het schilderij, de Duits-Joodse Richard Semmel. Dat volgt uit een bindend advies van de Restitutiecommissie, die de minister van OCW adviseert bij geschillen over roofkunst. Het gaat om het schilderij Riviergezicht met aanlegplaats van de 17e-eeuwse kunstenaar Maerten Fransz. van der Hulst.


Leestijd: 1 minuut

De Berlijnse kunstverzamelaar Semmel ontvluchtte nazi-Duitsland en vestigde zich in Amsterdam. Daar liet hij in 1933 een deel van zijn collectie veilen. De Restitutiecommissie beschouwt die verkoop als onvrijwillig en verband houdend met de vervolging van Semmel door de nazi’s.

Semmel, in 1950 kinderloos overleden in New York, had een goede vriendin tot erfgename benoemd. Haar kleinkinderen, die in Zuid-Afrika wonen, hebben de claim ingediend.

De claim gold ook drie andere schilderijen, uit achtereenvolgens het Frans Hals Museum in Haarlem, het Centraal Museum in Utrecht en Museum de Fundatie in Heino/Wijhe. Die hoeven van de Restitutiecommissie niet te worden teruggegeven.

Van het schilderij Duinlandschap met hertenjacht van de 17e-eeuwse schilder Gerrit Claesz. Bleker uit het Frans Hals Museum is niet overtuigend aangetoond dat het eigendom van Semmel was. Twee andere werken hoeven niet te worden teruggegeven omdat ze voor de musea waar ze hangen ,,van groot belang” zijn voor de collectie en het publiek. Het gaat om Christus en de Samaritaanse vrouw bij de bron van Bernardo Strozzi, dat in Museum de Fundatie hangt, en Madonna met wilde rozen van Jan van Scorel, uit het Centraal Museum.

Bij de werken van Strozzi en Van Scorel moet een tekst komen te hangen ter nagedachtenis aan Richard Semmel, zo luidt een van de aanbevelingen van de Restitutiecommissie. Zowel de claimende kleinkinderen als de musea hebben beloofd zich aan de adviezen van de commissie te houden.