Nieuws

COMMENTAAR: Peter Rehwinkel is te weinig een stuurse knorrepot voor Groningen

Het voortijdig vertrek van burgemeester Rehwinkel kwam voor velen als een donderslag bij heldere hemel. Weliswaar lag de burgemeester de laatste tijd voortdurend onder vuur, niet in de laatste plaats van de regionale media, maar er was op dit ogenblik geen acuut conflict, zeker niet met de Groningse gemeenteraad. Hooguit was er een veenbrand.


Leestijd: 2 minuten

Peter Rehwinkel heeft in Groningen enkele zeer lastige jaren achter de rug, waarin hij zelf ook enkele keren zeer onhandig heeft geopereerd. Zo ging hij een keer samen met een fotograaf met een taart in zijn hand op bezoek bij het college van Gedeputeerde Staten, in een poging om een ruzie met de stad over de tram weer goed te maken. Dat viel niet in goede aarde: hij werd min of meer weggestuurd.

In dezelfde categorie valt zijn brief in NRC Handelsblad waarin hij schreef dat Groningen niet onmiddellijk een miljard schadevergoeding voor de aardbevingen moet vragen omdat Groningen dan weer de zielige Calimero gaat uithangen. Bij deze aardbevingen is een forse eis voor schadevergoeding echter nu wel degelijk hartstikke terecht, dat heeft niets te maken met “Calimero”.

Dit jaar was er ook veel kritiek op de manier waarop de bestuurlijke ‘driehoek’ had geopereerd tijdens de Facebook-rellen in Haren. Daarbij kreeg Rehwinkel onder meer het verwijt dat hij te weinig zou hebben gedaan om Haren te helpen. Maar die kritiek was voor een deel onterecht: je kunt van de burgemeester van Groningen moeilijk verwachten dat hij bussen vol relschoppers van Haren naar Groningen zou hebben laten komen om ze hier hartelijk te ontvangen. Geen enkele andere Groningse burgemeester zou dat hebben gedaan. En zou hij dat wel hebben gedaan, en het was in Groningen uit de hand gelopen, dan zou hem dat ook kritiek hebben opgeleverd vanuit diezelfde media. Soms is journalistiek wel een makkelijk vak.

Een van de sterke kanten van Peter Rehwinkel is misschien tegelijk zijn zwakte geweest. Het is gewoon een zeer aardige, sympathieke man die uitstekend in staat is om contacten met bijvoorbeeld ondernemers of met wie dan ook aan te knopen.

Maar voor een stad als Groningen is dat helaas niet genoeg. De voorganger van Rehwinkel, Jacques Wallage,  was aanzienlijk minder vriendelijk naar ondernemers. Wallage was een Pietje Precies en een controlfreak, die alle touwtjes in handen wilde houden en die dat ook had. Niet altijd een prettige man in de persoonlijke omgang. Net zo min als het grote voorbeeld van Jacques Wallage, Harm Buiter, een wat men noemt ‘aardige man’’ was. Dat was Buiter niet. Maar hij had wel zijn wethouders aardig in de hand, onder wie toenmalige haantjes als Max van den Berg en Jacques Wallage.

Maar voordat het beeld ontstaat dat Wallage en Buiter ondanks hun hoekigheid zo geweldig waren: het waren wel burgemeesters in een periode dat voor Groningen ook belangrijke politieke groeperingen zich niet vertegenwoordigd voelden in Groningen. En dat vonden Buiter en Wallage wel best.

Helaas voor Rehwinkel: maar hij is nu eenmaal geen stuurse knorrepot die op een soms botte wijze de boel hier in Groningen aanstuurt. Netzomin als Jos Staatsen of Hans Ouwerkerk dat waren. En dat moet je kennelijk toch wel zijn in deze functie in een dynamische stad als Groningen met zoveel conflicterende belangen en ambities.